04/06/2019 - thuis – Lyons-la-Forêt Basiel gaat deze keer het Noorden van Spanje opzoeken, meer bepaald Catalonië. We vertrekken wel onder voorbehoud naar Spanje. Mijn hoogbejaarde moeder (90) is sinds een paar weken in het ziekenhuis en we willen ons niet te ver wagen, voor het geval we moeten terugkeren. Het plan is dat ik net voor de Spaanse grens mijn vader bel, en als alles goed is, steken we de grens over. Ik moet nog werken tot 12.00u dus als ik thuiskom vlug een boterhammetje en wegwezen. Het is net halftwee als we de voordeur dichttrekken. De weg naar Lyons-la-Forêt is een mengeling van autowegen en gratis snelwegen dus we schieten goed op. Kort voor Rouen leidt de GPS ons voor de laatste 40 km via een mooie weg, het landschap wisselt om de haverklap af : glooiende groene heuvels, kleine dorpjes met mooie oude vakwerkhuizen en kleine kerkjes, dan weer dichte donkere bossen, heel mooi. Het is bijna halfzes als we in Lyons-la-Forêt aankomen. De CP heeft weliswaar maar een 5,8 gekregen op de NKC app, maar we gaan toch eens kijken. Per slot van rekening is het maar voor één nacht. Het valt reuzegoed mee. Het is inderdaad een mix-parking op asfalt naast een brandweerkazerne, maar de ligging valt in tegenstelling met de reviews op de app heel goed mee. Er staat al een Franse camper en na een vriendelijke bonjour, maken we ons klaar om het dorpje in te trekken. Na een paar minuten al staan we in het centrum. Onderweg, op een 50 meter van de CP, verscholen in een muur overgroeid met klimop, blijkt er een publiek toilet te zijn. Ik neem even kijkje en het is er kraaknet, en voorzien van enorme rollen toiletpapier. Goed om weten ! Het dorpjes prijkt met recht op de lijst van “les plus beaux villages de France”. De vakwerkhuizen staan zij aan zij, sommigen zakken al een beetje door, rondom een mooi verkeersvrij pleintje met in het midden een pracht van een markthal. Baasje heeft al een bakker gespot en ik zie aan zijn oogjes dat hij zin heeft in croissants morgen voor ontbijt. Ik besluit hem tevreden te stellen en ga al even kijken, maar tot Baasjes grote teleurstelling moet ik hem meedelen dat morgen, woensdag, de wekelijke sluitingsdag is. Terwijl Baasje nog wat op de parking “balletje halen” met Basiel speelt, warm ik de traditionele bolognaise op. We kijken na de afwas nog een uurtje tv, een van de series die ik gaan lenen ben in onze bib en het is niet lang na tienen als we ons bedje opzoeken. 05/06/2019 – Lyons-la-Forêt - Bazaiges We zijn vroeg wakker. Baasje heeft om zes uur de bussen die ook op de parking staan, horen vertrekken. Dit is ook de reden waarom de CP zo laag gequoteerd is. Het is nog geen halfacht als we aan ons ontbijt zitten. We laten Basiel nog even uit langs het rustige weggetje achter de CP en doen daarna nog een toertje door het dorpje. Het is iets na tien uur als we vertrekken. Het weer is grijs, maar toch zacht. Even later begint het te regenen en dat zal niet ophouden voor de rest van de dag. Wanneer we in de buurt van Versailles de A13 op moeten, blijkt deze oprit afgesloten te zijn en er zit niets anders op dan de déviation te volgen. Deze is zeer lang met heel druk verkeer, maar gelukkig goed aangeduid, want de dame van de GPS krijgt het op haar heupen. Net voorbij Rambouillet doe ik boodschappen. We stoppen even in La Ferté St.Aubin, want er was geen mogelijkheid tot lozen in Lyons-la-Forêt, om te lozen. We passeren Lamothe-Breuvan. We hebben hier enkele jaren geleden gepicknickt onder een blauwe hemel. Nu ziet het er troosteloos uit onder de gietende regen. Onlangs ben ik erachter gekomen, dankzij het boek de Frankrijk trilogie van Bart Van Loo, dat dit het geboortedorp is van de zussen Tatin, jawel, die van de taart. Als we er ooit nog eens passeren, stoppen we zeker om het oorspronkelijke hotel te gaan bekijken. Net voor Vierzon stuurt de GPS ons de A20 op, 286 km gratis autosnelweg. Het is niet de eerste keer dat we die nemen. Vermits het water blijft gieten, besluiten we verder te rijden tot omstreeks 18.00u. Onze keuze valt op Bazaiges. Wat een mooie camperplaats ! Het ligt tussen hoge bomen aan een visvijvertje met bankjes en zelfs een toiletgebouwtje. We kunnen er gratis staan, ook water is gratis, elektriciteit is betalend (2€ voor 2 uur) Het water valt nog altijd met bakken uit de lucht, dus we laten Basiel even vlug uit op het veld naast de CP en zoeken de droogte van de camper op. De weersvoorspelling belooft morgen beter. In de hoop op zonneschijn morgenvroeg gaan we slapen. 06/06/2019 – Bazaiges – Labastide-Margnac We zijn om kwart na zeven al op en wakker. We hebben het bovenluik van de slaapkamer laten openstaan en het is het zonnetje dat erdoor piept die ons wakker heeft gemaakt. Na het ontbijt wandelen we even naar het dorpje. Er is een bakker, waar ik al een baguette voor vanmiddag op de kop tik. Deze heeft zijn sluitingsdag op vrijdag. Het is tien uur als we vertrekken richting Cahors. Het wordt weer een hele mooie rit, weer glooiende groene heuvels, door kleine mooie oude dorpjes. We bereiken Cahors rond de middag maar de weg naar de CP aan de rand van de stad is afgesloten en we moeten weeral een omleiding volgen, via een klein weggetje. Onderweg echter zie ik een pijl naar Tour Magnée, een uitkijkpunt over Cahors. We moeten nog eerst lunchen dus we besluiten de pijl te volgen. En ja, op de parking net voor het panorama kunnen we makkelijk parkeren en we verzorgen eerst de innerlijke mens. Na het eten doen we een kleine wandeling tot op het uiterste punt. Beneden ons ligt Cahors met zijn beroemde Pont Valentré. We waren hier al enkele jaren geleden, voor onze camperavonturen en zonder Basiel, en toen zijn we op 13 juli (elk jaar op dezelfde datum) naar het klank- en lichtspel gaan kijken op de beroemde brug. Er is een legende over een pact tussen de duivel en de architect. De architect is zijn ziel niet kwijtgeraakt aan de duivel door een slimme list en nu nog altijd komt de duivel elke nacht een steen losmaken en gooit die op de brug. Het klank- en lichtspel toen vertelde de legende. Als je goed kijkt, zie je in de tweede toren, vanaf de stad, de duivel zitten op de muur. Enkele andere gegevens over de brug : de bouw is gestart in 1308, maar de bouw ervan heeft maar liefst 70 jaar in beslag genomen, volgens de legende het werk van de duivel. Ze is 172 meter lang, heeft acht bogen en drie verdedigingstorens. Het geldt als een van de best bewaarde middeleeuwse vestingbruggen van Frankrijk. Van waar we staan, loopt er een wandelpad van amper 850 meter naar de brug. De afdaling zal wel te doen zijn, maar terugkeren… Er is blijkbaar iets te doen in de stad, want we horen muziek en gepraat door een microfoon. Ook zien we van bovenaf dat de parkings allemaal betrekkelijk vol staan. Ik kijk even in de France Passion gids en zie dat er een wijnboer is, hier niet ver van, Domaine de la Garde, in Labastide-Marnhac. We besluiten daar naartoe te rijden, maar als we na 20 minuten het dorpje Labastide-Marnhac doorrijden, zien we dat het ook een pracht van een CP heeft. We nemen het zekere voor het onzekere en parkeren ons vlak bij de picknicktafel. Er staat al een drietal campers. Stoelen uit en genieten van het zonnetje ! Maar we hebben nu eenmaal geen zittend gat en na een half uurtje besluiten we een wandeling in het dorpje te maken. Het enige restaurant dat het dorp rijk is, blijkt ook een winkeltje te zijn met een depot de pain. Baasje zal morgenvroeg toch nog croissants kunnen eten. Ook blijkt het dorpje over een immens groot kasteel te beschikken dat blijkbaar nog bewoond is ook. We doen een rondje rond het kasteel en gaan via een klein, rustig weggetje terug naar de CP. Als we daar aankomen, blijkt het ineens veel frisser te worden en er staat een stevige wind. Geen nood, ik ga toch aan het kokerellen slaan. Ik heb onderweg paarse asperges, kalfsschnitzel en primeur aardappeltjes gekocht en dat wordt weer smullen. 07/06/2019 – Labastide-Marnhac - Auch We worden gewekt door het getik van de regen op het dak van de camper. Ik stap om brood en croissants, maar blijkbaar heeft de bakker zich overslapen, want ik moet nog even wachten. Ik kom er, terwijl ik wacht achter dat deze plek op de weg ligt naar Compostella en waarachtig, er zitten enkele pelgrims van hun ontbijt met een grote café au lait te genieten. De dame van de winkel excuseert zich nog uitgebreid als de bakker er uiteindelijk doorkomt. Maar na een “ça ne fait rien, on est en vacances » trek ik met mijn buit naar de camper. Tegelijk met mij vertrekt er een pelgrim en we maken een praatje. Hij heeft het lastig en is niet zeker dat hij zijn doel zal kunnen bereiken, maar het deert hem niet. Dan probeer ik volgend jaar wel weer waar ik afgehaakt ben, zegt hij. Baasje heeft ondertussen Basiel heeft uitgelaten en koffie heeft gezet. Wat een teleurstelling ! De croissants zijn veel te hard gebakken en vallen in kruimels uiteen als we ze willen opensnijden en het brood heeft ook wat te lang in de oven gezeten. Bij ons zeggen ze “je kan er een boer mee van zijn paard slaan”. Om tien uur zetten we koers naar Auch. We hoeven maar een 130 km te rijden, maar weer is het elke kilometer genieten van de pracht van het landschap. Het is nog maar iets naar de middag als we de CP van Auch oprijden, een vroegere camping en dat is er aan te zien; de sanitaire blok, weliswaar afgesloten staat er nog en de afscheidingen door hagen van de grote plaatsen zijn nog goed onderhouden. De CP ligt als het ware op een eiland in de Gers, de rivier die door deze mooie stad loopt. Ik maak ons een koude schotel klaar, die we buiten met plezier en een glaasje witte wijn verorberen, want ondertussen hebben we de regen achter ons gelaten en zitten we onder lichtbewolkte hemel waar het zonnetje nu en dan tussendoor piept en serieus veel warmte geeft. Na het eten en een korte siësta is er geen wolkje meer te bespeuren, en na ons gezicht en armen goed ingesmeerd te hebben met 50 factor zonnecrème, gaan we de stad in. We moeten niets van verkeer passeren want tegenover de CP loopt er een wandelpad, eerst door een hondenpark, Basiel rent rond als een gek zijn neus achterna, en dan langs de rivier. We steken de brug over en bereiken de beroemde trappen. Auch (trouwens oosj uitgesproken en niet zoals ik verkeerdelijk dacht, ootsj) heeft een prachtige kathedraal, maar om die te bereiken moet je eerst de trappen opklimmen, maar liefs 370 treden. Ter vergelijking : om onze leeuw van Waterloo van dichtbij te zien, moet je 227 treden op. In het dorpje Lupiac in de Gascogne is Charles de Batz de Castelmore geboren, maar wij kennen hem beter als de vierde musketier, d’Artagnan. Zijn standbeeld prijkt dan ook op een van de mooie terrassen die dienen als onderbreking en rustplaats tussen de trappen. Vanaf de terrassen heb je een mooi uitzicht over de vallei van de Gers. In de verte naar het zuiden zie je de besneeuwde toppen van de Pyreneeën. Ik stap de dienst voor toerisme binnen en krijg een stadsplan met een rondwandeling om de mooiste monumenten van de stad te zien. Dankzij dit plan ontdekken we achter een prachtige deur een traphal uit de tijd van Henri IV. Via de “Pousterles”, steile middeleeuwse trappen die de bewoners van de Haute Ville, de mogelijkheid moesten bieden om water te halen uit de Gers, verlaten we de oude stad. Het is al later in de namiddag en er komt weer een stevige, frisse wind opzetten. We maken een praatje met mensen die ook op de CP staan en wisselen camperervaringen uit. Ik heb onderweg een kaartje voor mijn mama gezocht en na het avondeten laten we Basiel nog even uit op zoek naar een postbus. Een lieve vrouw houdt ons tegen om Basiel te strelen, wat hij zich zoals gewoonlijk laat welgevallen. Zij vertelt ons de reden waarom de camping is moeten sluiten. Blijkbaar wordt het eilandje in geval van hevige regen en onweer nogal geteisterd door overstroming en werd het te gevaarlijk voor tenten ed. Inderdaad, als we de CP oplopen zien we een evacuatieplan uithangen ingeval van overstroming. Ik telefoneer nog met mijn vader en hij is blij mij te kunnen zeggen dat de dokter net bij mama is geweest en dat al haar waarden tiptop in orde zijn en dat ze waarschijnlijk binnen een tweetal dagen terug naar het rusthuis mag. Mijn vader is er 95 en altijd zelf een fervente kampeerder en reiziger geweest. Toen ze beiden zeventigers waren, maakten ze nog verre bergwandelingen van berghut naar berghut in de Alpen. Trekken jullie maar verder, ik red me wel, roept hij door de telefoon, en amuseer jullie ! Wat een kanjer, mijn papa !
08/06/2019 – Auch – Les (Spanje) Het is weer tien uur als we vertrekken. En weer wacht ons een prachtige rit. Het houdt maar niet op, dit is zo puur genieten. We rijden Spanje en vrijwel onmiddellijk het mooie grensdorpje Les binnen. Blijkbaar is het heel populair voor sigaretten en drank, want het centrum krioelt van de winkeltjes. De camperplaats of is het eerder een gedoogplaats ligt net aan de rivier, we hebben zicht op het oude gedeelte van het dorp met een mooi kerkje in het midden. We zitten trouwens in de Val d’Aran, één van de “comarcas” van de autonome provincie Catalonië. Een comarca is eigenlijk een provincie in een provincie in dan weer een provincie, een beetje te vergelijken met de Engelse “shires”. Val d’Aran heeft een oppervlakte van 633,60 km² en zowat 10.295 inwoners, het is een onderdeel van de provincie Lleida (bij een dubbele LL in het Spaans, krul je je tong een beetje naar boven, en benadruk je zo de L), en de hoofdstad is Vielha, wat hier maar een 20-tal kilometer van ligt. We lunchen op de stenen picknickbanken die nu heerlijk in de schaduw staan. Na de lunch en korte siësta stappen we het stadje in. Na onze verkenning gaan we op een terrasje aan de rivier een wijntje drinken. Ik kijk even op Tripadvisor voor een restaurant en zie dat het restaurant Eth Corneret de Les, het beste restaurant van het dorp, vlakbij de camperplaats ligt. Op onze terugweg springen we binnen en reserveren twee plaatsjes voor vanavond. We prefereren binnen, want ondanks dat het zonnetje nog volop schijnt, is er een frisse wind komen opzetten. We laten Basiel even in de rivier zwemmen, kwestie van hem ook wat moe te maken, want vanavond zal hij alleen in de camper moeten blijven, terwijl we gaan eten. We halen onze zetels buiten en genieten nog even, uit de wind, van de valavond. Om halfacht vertrekken we naar het restaurant. Pas als we toekomen, realiseren we ons dat dit eigenlijk veel te vroeg is. We moeten dringend in Spaanse modus komen. Als voorgerecht gaat Baasje voor de cannelloni en ik voor de caracoles, het wordt al vlug duidelijk dat de positieve reviews op Tripadvisor niet overdreven zijn. Als hoofdgerecht ga is voor lam, ik krijg enkele lekkere, perfect gekruide koteletjes met groentjes en een soort gevulde aardappel in de schil. Baasje krijgt een entrecôte van een redelijk kaliber op zijn bord ook met de groentjes en aardappel. Het is ronduit lekker ! Ik maak gretig gebruik van de servetten om mijn koteletjes tot op het been af te kluiven. Als dessert gaat Baasje voor de ijscoupe, maar ik ga voor de Crema Catalana, per slot van rekening zijn we net Catalonië binnen gereden. We betalen de belachelijke som van 45€ ! 17,50 € per persoon voor de menu, voorafgegaan door een aperitief, vergezeld van een flesje rode wijn, en een koffietje achteraf. Is in België niet meer mogelijk ! We gaan voldaan naar de camper, waar we Basiel weer dolgelukkig terugvinden. Hij heeft een dutje gedaan en wil wel weer eens graag uitgelaten worden. Niets beter om ons eten te laten zakken. 09/06/2019 – Les – Rialp Het is zondag, dus we slapen lekker lang uit en genieten van ons ontbijt. Er heerst een drukte in het dorp, die er gisteren niet was. Het wordt al vlug duidelijk. Er grijpt een petanquetornooi plaats. Het dorp is overspoeld door mannen en vrouwen met ballen. Sorry, deze kon ik toch echt niet laten liggen. We hebben gisteren bij onze verkenning twee wandelpaden ontdekt, één naar de kasteelruïne die je vanuit het dorp kan zien en naar de Ponte Berana. Blijkbaar kunnen we die twee combineren, dus we trekken de wandelschoenen aan en gaan op stap. Naar de kasteelruïne missen we de afslag en moeten eventjes op ons stappen terugkeren, maar het loont de moeite. We krijgen een mooie uitzicht over de vallei. Van het kasteel staat niet veel meer overeind, maar we krijgen uitleg op de plakkaten die er staan. Zowel in het Catalaans, in het Aranees en in het Spaans. Het Aranees is een variant van het Occitaans, en behoort tot de dialectengroep van de Gascogne. Het is een officiële taal en wordt enkel hier gesproken. Terug beneden kiezen we voor het wandelpad naar de Ponte Berana, een klein stukje asfalt via een mooi kapelletje, opgericht door een plaatselijke edelman, dat al vlug verandert in een mooi, schaduwrijk bospad, want ondertussen is het zonnetje goed warmte beginnen geven. Het paadje slingert, de ene keer bergop en dan weer bergaf door het bos, aan de rand van de vallei. Uiteindelijk dalen we af langs enkele mooie huizen, tot in het midden van de vallei. Via een loodrecht betonbaantje lopen we weer het dorpje binnen. Aan onze rechterzijde passeren we een Wellness dat gevoed wordt door de geneeskrachtige bron die hier ontspringt, die natuurlijk ook al ontdekt waren door de Romeinen. We lopen even voorbij de winkeltjes en in één van hen, de rommeligste ga ik even binnen voor een flesje rode wijn en een klein stuk Jamon de Cerrano. Het volgende winkeltje is super druk en ik wil toch even binnen lopen en kijken wat hier verkocht wordt. Tot mijn afgrijzen, worden hier alleen maar sigaretten en tabak verkocht en voor de kassa’s staan lange rijen fransen met armen vol. Ondanks alle waarschuwingen blijft tabak een winstgevend product, blijkbaar. Het is tapastijd als we weer in het dorp komen en we hebben er zin in. Echter, in het restaurant van de vorige avond vangen we bot, de overigens super-vriendelijke eigenaar wil al zijn tafels vrijhouden de groep petanquespelers die hij elk moment verwacht. “His loss”, denken we, en we trekken naar de tapasbar waar we gisteren ons wit wijntje hebben gedronken. Het is er gezellig druk en we kunnen nog net het laatste tafeltje in de schaduw bemachtigen. De bediening is uitermate slecht georganiseerd. De obers lopen doelloos rond en de bazin is al niet veel beter. Zo zien we haar minutenlang zoeken naar het houten blokje dat onder de deur moet, terwijl het terras overladen vol zit. Ik ga zelf maar de kaart halen. Veel honger hebben we niet, dus gaan we voor een gevarieerde kaasschotel met brood. Maar eer we die besteld krijgen is een andere zaak. We genieten van een glas witte wijn terwijl we wachten, en wachten, en wachten…. Rondom ons komen meerdere mensen plaatsnemen om weer te vertrekken, want op hun wenken naar de obers wordt niet gereageerd. Als we eindelijk ons eten krijgen en nadat we de innerlijke mens spijzen, ga ik binnen betalen. Daar loopt het ook enorm in het honderd. Eén persoon heeft zelfs de rekening van twee tafels gekregen, en is dus zeker niet akkoord. Onze rekening klopt gelukkig en ik kan zonder discussie betalen. Het is dik drie uur als we uiteindelijk vertrekken, het is niet erg want we hebben maar een korte rit voor de boeg. De CP in Salardù echter staat volledig vol. Blijkbaar is er of andere wielerwedstrijd. We belanden in Rialp. Een wat rommelige CP aan de rand van een dorpje dat het duidelijk van de wintersport moet hebben. Maar het is er rustig en we gaan een stille nacht tegemoet. 10/06/2019 – Rialp – Cellers Voor we vertrekken na het ontbijt, doen we nog even een rondje rond het dorp. Het is er heel stil. In een kleine alimentación koop ik wat brood, een beetje hesp en kaas, voor vanmiddag. Voor het geval we geen tapas vinden… We nemen de N260 naar La Pobla de Segur en van daaruit de C-13 die ons via het stuwmeer Embalse de Sant Antoni naar Tremp leidt, waar er een CP is, die een 7,6 gekregen heeft op NKC. Het gezellige oude centrum ligt blijkbaar op wandelafstand van de CP en we gaan dit hier even verkennen. Algauw komen we op een schaduwrijke esplanade met terrasjes en tapasbars. Juist, de hesp en kaas blijven nog wel even goed, en het brood verorberen we vanavond wel bij het avondeten. We gaan voor een mix van croquetas : queso (kaas) en iberico (rauwe ham). Lekker, het laat hem smaken. Rechtover de tapasbar is er een klein kruideniertje en ik wil onze fruitvoorraad wel aanvullen. Ik koop een rijpe mango, een halve kilo prachtig zwarte, rijpe kersen, een viertal abrikozen en evenveel perziken, en ik betaal 3,42 €. Ik stel vast dat de prijs per kilo voor de mango in België per stuk is. Net voor we vertrokken, zag ik thuis kersen liggen, maar heb ze niet gekocht, omdat ze zomaar eventjes 13,99 €/kilo kostten. Hier staan ze amper 4 €/kilo. We wandelen rustig terug naar de camper en zetten koers naar onze slaapplaats voor de volgende nacht. Ik heb op de app namelijk een pareltje gevonden. We blijven op de C13 maar stoppen regelmatig onderweg om te genieten van het uitzicht, de hoge rotsen lijken verbazend veel op de Grand Canyon van de VS. We rijden langs de oevers van nog een stuwmeer, de Embalse de Terradets en via het dorpje Cellers rijden we door een smalle kloof rijden we de Serra de Montsec binnen en bereiken we de CP. Een 7,9 op NKC (allemaal 8’en, 9’en en zelfs 10’en, en één 3, er zijn veel mooiere kloven volgens deze persoon zijn mening). Voor ons is het top ! Meer moet het echt niet zijn. Je zit ver genoeg van de weg af om last te hebben van het verkeerslawaai, en trouwens we weten toch dat het vannacht hier heel rustig zal zijn. Er is een bron, waar een aantal auto’s stoppen om water te halen (ook een bron van ergernis van de persoon die maar een 3 gaf), maar ons stoort het niet. Er is ook geen enkel bereik geen internet, geen telefoon…. Zalig ! Als we op ons gemakje buiten zitten en van het uitzicht genieten, de gieren vliegen rond de rotsen naar hun nesten, wat lezen en een aperitief nuttigen, en… we denken dat we hier alleen zullen blijven staan, komt er nog een Duitse camper opgereden. We zwaaien even naar elkaar. Als we even later Basiel uitlaten, slaan we een praatje. Het is een typische Duitser und seine Frau, zonder hierbij neerbuigend te zijn, maar ik zie hen zo voor me in lederhosen en een dirndl. We wisselen camperervaringen uit en halen er direct de kaarten bij, lekker ouderwets. Met rode stift duid ik enkele camperplaatsen aan waar zij al geweest zijn, de stift wordt doorgegeven en hij doet hetzelfde. Wel grappig dat hij de opmerking ook maakt, net zoals wij de dag ervoor : we zouden hier qua uitzicht in Arizona kunnen zitten. Met dit verschil dat hij er al is geweest en wij het maar kennen van films en documentaires. Na het avondeten zitten we nog even buiten, maar eens de zon achter de hoge rotsen is verdwenen, wordt het gevoelig frisser en we gaan nog een filmpje kijken. We zouden hier wel twee dagen willen blijven, want eten hebben we genoeg, water is er hier in overvloed en de shitty business hebben we in Rialp gedaan, maar echter de weersvoorspelling ziet er niet goed uit. Men voorspelt regen ! 11/06/2019 – Rialp – Arbeca De regen op het dak van de camper wekt ons. Een blik buiten doen ons vermoeden dat het voor de gehele dag is. We vullen de watertank wat bij en zetten koers naar Arbeca. Ik ben een gepassioneerde hobbykok en lees alles wat ik in mijn handen kan kregen over koken. Zo had ik laatst een boek van Sergio Herman, nu niet mijn favoriete kok, mee van de bibliotheek. Daar las ik dat zijn favoriete olijfolie om mee te werken, de Arbequina olijfolie is. En laat die olijfolie nu toch wel in het dorpje Arbeca te vinden zijn, zeker ? Ik had na het lezen van het boek een flesje gekocht in België en mij blauw betaald, maar moest toegeven, dit is klasse. Je zou er zo kunnen van drinken. Onderweg naar Arbeca rijden we de Serra de Montsec door. Zo jammer dat het weer zo slecht is, want de streek is prachtig mooi. De weg kronkelt, daalt en stijgt, weer lang rivieren en meren. Het is wel smalletjes en Baasje moet goed opletten, mede door de regen die met bakken uit de lucht valt. Ik wil wel nog even boodschappen doen, want de CP in Arbeca ligt een eindje buiten het dorp en ik vrees ook dat het dorpje, qua supermarkten niet veel zal te bieden hebben. Ik vind een supermarkt net buiten Lleida op de app “supermarktfinder”, maar als we er na, veel moeilijkheden, aankomen, blijkt het een grossist te zijn, waar ik niet kan kopen. Wil ik ook niet, want door het raam zie ik vaten van 50 liter olijfolie staan, niet goed voor ons gewicht, vrees ik. Wat verder in Molerussa vinden we een Mercadonna, mijn favoriet onder de Spaanse supermarkten. De Mercadonna’s zijn zo een beetje te vergelijken met de onze Belgische Delhaizes : voedingswaren voor de Bourgondiërs onder ons. Ik koop wat gerijpte Iberico, een blok manchego en vul onze fruit- en wijnvoorraad wat aan. Het is 13.00u als we op het domein Vinya els Vilars toekomen. Het ziet er allemaal een beetje troosteloos uit. Volgens de app gaat het om 14.00u stoppen met regenen en gaat de zon schijnen. Eerst en zien en dan geloven ! Waarachtig ! Tegen 16.30u is het al fel uitgeklaard, maar toch nog fris. We worden door Maria en Antonio, de eigenaars van dit mooie bedrijf, uitgenodigd voor een wijnproef, samen met een echtpaar Duitsers en Nederlanders, die in de loop van de namiddag ook toegekomen zijn. We krijgen uitleg van Maria, over de werking van hun bedrijf en hun hoeveelheden productie van wijn, cava en olijfolie. Maria heeft een hele hoge stem en die verhoogt nog enkele octaven als haar beide honden naar haar toekomen. Ik verwacht elk moment dat de glazen in de zaak gaan springen, het doet pijn aan de oren. Ze begint met haar gewoonste wijn, die van een dergelijke prijs is, dat we al vlug beslissen, als hij goed is, hier enkele flesjes van te kopen voor de rest van de vakantie. Maar als ik naar de Duitse dame haar gezicht kijk als ze een slokje wijn neemt, vrees ik het ergste. En inderdaad, de wijn is bijna niet te drinken. Ook Baasje moet zich inhouden om geen gezicht te trekken. Ook de witte en nog een rode, volgens Maria, hun topwijn, zijn niet te drinken. Nu weet ik wel, les goûts et les couleurs…. , maar we hebben in ons leven toch al enkele wijntjes geproefd en we hebben al betere, goedkope tafelwijnen gedronken dan dit. Misschien ligt het aan de mengeling Syrah en Merlot, die ons misschien niet echt ligt. Syrah is nu niet onze favoriete druif. De Nederlanders vinden de wijn blijkbaar wel goed, want ze kopen enkele flesjes. De Duitsers kopen olijfolie en dat zijn we ook van plan, per slot van rekening zijn we naar hier gekomen voor de olijfolie van Arbeca en hier staan bij zo gastvrije mensen zonder iets te kopen, kunnen we zeker niet maken. Ik ben daarenboven blij verrast over de prijs van de olijfolie, die maar een schijntje bedraagt van wat ik in België heb betaald. We wagen ons wel aan de cava, die we weliswaar niet geproefd hebben, maar waar we van denken dat dit niet mis kan gaan. Maria’s aanbod om ons één frisse, nog voor vanavond en één kamertemperatuur om mee te nemen graag aan. We kopen ook een flesje aguardente, de Spaanse tegenhanger van de Italiaanse Grappa, voor thuis, deze winter als we met heimwee aan het mooie Spanje zullen terugdenken. Als we naar de camper stappen, heeft onze Basiel ondertussen kennisgemaakt met de honden van het domein : een oudere Golden Retriever en een pup van een zestal maand, een kruising tussen een Pyreneeër en een labrador. Basiel is verliefd, hij dartelt als een jong veulen om de pup heen en zij gaat gedwee op haar rug liggen. Als Basiel een beetje te verliefd gaat doen, snauwt ze hem even af en hij heeft de boodschap onmiddellijk begrepen. Ze spelen verder onder het nauwlettend oog van de oudere Retriever. De cava is gewoon fantastisch lekker ! Gelukkig !
12/06/2019 – Arbeca – La Selva del Camp We worden wakker onder een wolkenloze hemel en schitterende zon ! Pas nu zien we hoe mooi het hier is. De CP ligt op een kleine heuvel en we hebben uitzicht over de wijndomeinen rondom. In de verte zien we het dorpje Arbeca liggen. Het is tijd om een beetje te poetsen, matten buiten, camper stofzuigen, een dweiltje slaan…. Als we klaar zijn, is het dik 11 uur en dus tijd om verder te trekken. We nemen afscheid van onze lieve gastvrouw met de o, zo hoge stem en zetten onze weg verder. Eerst zoeken we nog de Fortaleza de Els Vilars, dat zou een versterkt dorp moeten zijn van 2.700 jaar oud. We vinden het probleemloos, dankzij Google Maps echter, want pijlen er naartoe zijn er bijna niet te vinden. Het hele domein is gesloten, we piepen door de afsluiting en zien wel hoe groot en mooi het wel is. Het is enkel in het weekend op. Jammer ! We rijden verder door een prachtig berglandschap, en voelen ons alleen op de wereld. Geen mens te zien. De innerlijke mens roept om voeding en we stoppen in L’Albi. Het dorpje is een beetje doods, maar we besluiten toch even binnen te wandelen op zoek naar brood. Baasje ziet een slager en vraagt zich luidop af of ze hier geen lekkere americain of gehakt zouden hebben voor een weergaloze bolognese. Ik hoor hem al komen. Een vrouwelijke slager staat me vriendelijk te woord. Ik leg uit dat ik vlees “carne” wil voor een “salsa bolognesa”. Ze begrijpt me onmiddellijk : Si, si, carne piccada. Ze grijpt een stuk biefstuk uit de koeltoog en houdt ook een stuk varkens- en kalfsvlees omhoog. “Mezclar ?”, vraagt ze, “Een mengeling”. Ik verdenk er haar van dat ze gedachten kan lezen. Ik knik overtuigd en antwoord “Si, Por favor !” Ze neemt de stukje mee naar achter en komt terug met een fijne mengeling eersteklas vlees. Fantastisch ! Dat wordt smullen vanavond. Brood, een blok manchego en een paar sneetjes Serrano pikken we onderweg naar de camperplaats ook nog op. Deze is trouwens heel verzorgd. Er staan picknickbanken onder de pijnbomen en er zijn zelfs barbecue-ovens ter beschikking. We gaan aan de picknickbanken zitten en genieten van onze lunch. Het brood is lekker knapperig en vers. We zetten na de lunch koers naar Siurana, weer doorkruisen we een bergachtige, vrijwel onbebouwde streek, de Serre de Monsant. Pijnboombossen vormen de hoofdtoon. Onderweg stoppen we even op een parking in de schaduw en doen een dutje. Als we wakker worden, horen we buiten iets, we piepen door de raampjes en zien vier herten vanop een afstand naar de camper kijken. We proberen ons stil te houden, maar als we naar onze telefoon willen grijpen om een foto te nemen, schrikken ze op en lopen weg. Rond drie uur komen we toe in Siurana. Wat een klim ! Sommige stukken zijn supersmal en we doen een schietgebedje om geen tegenliggers tegen te komen. Boven vinden we onmiddellijk plek op de parking en we stappen het mooie dorpje op de rotspunt in. In 1135 was Siurana het laatste Moorse bolwerk in Catalonië. Door zijn hoogte en de steile rots waarop de vestiging gebouwd werd, was het oninneembaar. La Siurana was ook gekend door de Spanjaarden, omdat er in het kasteel een bloedmooie Moorse koningin woonde, Abd-el-Azia. Niet alleen de vestiging wilden de Spanjaarden innemen, maar ze wilden ook wel de mooie koningin Abd-el-Azia zien. Een Joodse handelaar die een geheime weg naar boven wist, verraadde deze weg aan de Spanjaarden, in ruil voor een vrijgeleide van de Joodse bewoners van de vestiging. Toen de koningin de Spaanse soldaten, zag, blinddoekte ze haar paard, sprong erop en leidde het paard naar de afgrond. Het arme beest voelde dat er iets niet klopte en hield toch in, net voor hij samen met berijdster in de afgrond stortte. De afdruk in de rots is nog met enige fantasie waar te nemen. Het dorp werd volledig uitgemoord, Joodse bewoners incluis, en platgebrand, op de kerk na die nu katholiek werd. Het is dus een katholieke kerk in de vorm van een moskee, een klokkentoren en een kruis erbovenop en voilà, de klus was geklaard. We wandelen door de kleine straatjes naar het uiteinde van de rots en kijken om ons heen. Hoe mooi is het hier ! Even later drinken we een glas op waarschijnlijk één van de mooiste terrasjes die Europa rijk is. Op de uitloper van een rots, op slechts enkele meter breed. We moeten door het cafeetje dat in de rotsen is uitgehouwen om het terras te bereiken. Het zit al goed vol, maar we vinden nog een plaatsje. Basiel trekt onmiddellijk alle aandacht naar zich toe, en terwijl we genieten van onze glaasje witte wijn, wordt hij geaaid en fijn geknuffeld. We gaan terug naar de camper. Op Park4Night zag ik dat er mag overnacht worden op parking 2. Daar moeten we geen twee keer over nadenken. Echter, er zijn opruimings- en verfraaiingswerken bezig en de parking is gesloten. Jammer, we rijden naar beneden en gaan de CP in Cornudella Monsant bekijken. Die ligt echter aan de rand van het stadje op een mix-parking, die ons niet erg aanstaat. We proberen naar het stuwmeer te rijden die we zien liggen hebben van bovenaf en waar we een camper zagen staan, maar we vinden het niet. We besluiten verder te rijden. Onderweg vinden we niets dat ons geschikt lijkt om te overnachten. Ineens draaien we een bocht om en zien in de verte de Middellandse Zee liggen. We belanden in Selva de Camp, een betrekkelijk nieuwe camperplaats aan de rand van het stadje. Er moet op een knop geduwd worden, staat er op de NKC-app en dan komt de politie innen. We volgen de richtlijnen van de GPS en zie, voor ons rijdt de Policia. Er is blijkbaar op de knop geduwd. De kostprijs voor één nacht is 5 €, all-in. De politiemannen zijn uitermate vriendelijk en we krijgen een code om morgenvroeg bij het wegrijden de slagboom te openen. Het zijn vier cijfers gevolgd door een #. De politie tekent het tekentje in de lucht en probeert hashtag te zeggen. Ik zeg het hem voor en hij zegt me netjes na. De avond begint te vallen en we trekken ons terug in de camper voor het avondeten. Immers, de bolognese moet worden klaargemaakt en terwijl Baasje nog even buiten met Basiel en zijn balletje speelt, laat ik het overheerlijke vlees stoven in een lekkere volle tomatensaus. We drinken er een goede Penedes bij, want door die streek rijden we morgen, en we moeten toch weten wat ons te wachten staat. Moe, dik gegeten en dus meer dan voldaan, kruipen we rond tien uur al onder de wol. 13/06/2019 – La Selva del Camp – Torrelavit We worden wakker door het werkverkeer dat ’s morgens al tamelijk vroeg op gang komt. Dat zijn we niet meer gewoon. We wandelen even door het stadje, buiten het park met exotische bomen en een enorme hoeveelheid wilde parkieten, is er niet veel te zien. Rechtover de CP is er een supermarkt en we gaan enkele boodschappen doen. Het is hier merkbaar duurder dan in het binnenland, daar zal de nabijheid van de Middellandse Zeekust en de Costa’s wel wat mee te maken hebben. De kassier heeft duidelijk een zwak voor toeristen en vraagt onmiddellijk waar wij vandaan komen en hoe kan het ook anders ? Hij kent Brussel en Brugge, maar daar blijft het bij. We zetten koers naar Tarragona, naar de aqueducte des Ferreres. We geraken de camper gemakkelijk kwijt op de parking van de aquaduct en volgen de pijlen door het mooie park. Algauw aanschouwen we een pracht van een aquaduct. Op een paar toeristen na, lopen we er zo goed als alleen. We kunnen bovenop het bouwwerk wandelen. Jammer eigenlijk dat dit zo dicht bij een toch wel grote stad ligt, dan zou het uitzicht wel een stuk mooier zijn, want nu kijken we uit naar industrie en flatgebouwen. Een koppel Duitsers stelt voor om de camera’s te verwisselen voor een foto van elkaar te maken. Kein Problem ! We wandelen nog wat rond onder de aquaduct. Wij bezochten de Pont du Gard in Nîmes in 1982, toen kon je die ook bezoeken zoals hier, gratis voor niets, zwemmen in de Gard eronder, lopen in de geut bovenaan… We waren er een tiental jaar terug en schrokken hoe alles opgeslokt is door het massatoerisme : een bezoekerscentrum waar je moet betalen voor de brug te zien, op het ogenblik 9,5€ per persoon. Deze aquaduct moet qua schoonheid zeker niet onderdoen. Onderweg naar de parking vinden we midden in het park een gezellig terrasje en we zien een koffietje wel zetten. Cortado por dos, por favor ! We rijden richting Montserrat, want daar willen we heen. We rijden door de wijnstreek Penedes. Penedès ligt net ten zuiden Barcelona, voor een deel in de provincie Barcelona en voor ander deel in de provincie Tarragona. De twee wijncentra zijn Sant Sadurní d'Anoia voor D.O. Cava wijnen, en Vilafranca del Penedés voor D.O. Penedès wijnen.
Men kan zich Penedès het best voorstellen als een reuze trap met drie treden, gelegen tussen de Middellandse Zee en het Spaanse Centraal Plateau. De laagste trede ligt op een hoogte tussen zeeniveau en 250m en is gekend onder de naam Baix-Penedès. Dit is een warm gebied dat gewone kwaliteitswijnen produceert. De tweede trede is Medio-Penedés, gelegen op 250m tot 500m, en produceert de meerderheid van de beste wijnen van deze D.O. De extra hoogte zorgt voor een koeler klimaat terwijl de zuidoostelijke ligging ten opzichte van de zon gunstig is voor het rijpen van de druiven. Het hoogst gelegen is Penedès Superior (500m tot 800m), aan de rand van het Centraal Plateau. Hier heerst een nog koeler klimaat (vergelijkbaar met de Champagnestreek en de Rijnvallei) en van de druiven die hier groeien wordt zeer goede wijn in kleine hoeveelheden gemaakt. De bodemgesteldheid is overal vrijwel gelijk, hoewel de lagergelegen zones vooral uit zand bestaan en de hogergelegen meer klei bevatten. Diepte en drainage zijn overal goed. De bodem van Baix-Penedès heeft veel kalksteen (5 tot 20%) en de hoger gelegen gronden, met de beste wijngaarden zelfs nog meer.
We stoppen in Santa Coloma de Queralt voor een bezoekje aan de oude binnenstad. Het is een mooi stadje. Er zou een lekker restaurant zijn, Coloma, we gaan even kijken, maar juist om even de kaart te bekijken. Uiteten hadden we voor vandaag niet ingecalculeerd en bovendien trekt de CP trekt ons niet erg aan. Ze is gesitueerd op een pleintje omgeven door drukke banen. Lijkt ons hier niet rustig. Als we dan een flesje kraken bij het eten, geraken we hier niet meer weg. We trekken verder. Er zijn twee wijndomeinen in onze nabijheid die een overnachtingsplaats voor campers aanbieden. Op de ene zijn honden niet toegelaten, dus dat is vlug beslist. We belanden op het domein Nadal in Torrelavit. Heel mooi gelegen ! Op een vuilbak en een picknicktafel na, zijn er geen voorzieningen. We genieten van het uitzicht bij een glaasje wit aan ons tafeltje met Basiel aan ons voeten. Als we Basiel uitlaten zien we de dame van het domein, en vragen haar of we kunnen proeven. Dat kan vanavond niet meer, maar wel morgen rond 11.00u. Dat past niet echt in onze planning en we schrikken al helemaal als we horen dat we er een rondleiding moeten bijnemen aan 18€ per persoon. Daar gaan we even een nachtje over slapen. Dit is Spanje ! Waar je voor 2 € twee glazen wijn op een terras drinkt, waar je met twee een menu verorbert voor een 30€, en dan 36€ betalen voor een rondleiding door een kelder (hebben er op ons 40 jaar reizen, toch al enkele gezien). Nog voor het zandmannetje zijn toer gedaan heeft, hebben we al beslist dat we voor een rondleiding bedanken. 14/06/2019 - Torrelavit-Navarcles We zijn al vroeg vertrokken en om half elf zitten we al op de trein naar de top van Montserrat. De camper staat op de CP/parkeerplaats voor het station. We staan er niet alleen. Overnachten zou ik er niet willen doen, daarvoor is de plek te open en te veel beton. Ik had gelezen dat honden een muilkorf moeten aan hebben op de trein. Ik had er één voorzien. De dame aan de kassa had Basiel niet gezien, maar haar collega’s die wat verder stonden, maakten er haar op attent. Ze had er eentje te koop voor 5€, maar ik haalde onmiddellijk mijn exemplaar boven. Basiel vindt dit niets. Hij kijkt ons aan : ikke, een muilband ? Ik die nog liever doodval of iemand te bijten ? We weten het, lieve schat, maar die Spanjaarden weten dat niet. We gaan in de trein helemaal achteraan zitten. We zitten er helemaal alleen en verlossen onze schat van dat onding. Montserrat is een berg in Catalonië, Spanje. Volgens de overlevering is dit de belangrijkste en meest mysterieuze berg van Catalonië. Hij vormt de scheiding tussen de comarca's Anoia, Bages en Baix Llobregat. Op de berg, in de gemeente Monistrol de Montserrat zijn het heiligdom en het Benedictijnse klooster van Montserrat gevestigd. Ook is er de mogelijkheid op de berg te overnachten in een hotel. Jaarlijks trekken het klooster en de berg in het algemeen veel toeristen, waaronder katholieke pelgrims en klimmers. De naam van de berg is afgeleid van de Catalaanse woorden mont, "berg" en serrat, dat in het Catalaans "gezaagd" betekent. Zowel het Spaanse sierra, als serrat komen oorspronkelijk van het Latijnse serra, dat "zaag" betekent. De letterlijke naam van de berg is daarmee "gezaagde berg". Het dankt deze naam aan het bijzondere geomorfologische uiterlijk van de berg, dat doet denken aan zaagtanden. In het Catalaans wordt de naam Montserrat wel gebruikt als eigennaam voor vrouwen, waarbij het meestal wordt afgekort tot Mont, Montse, Muntsa, Serrat of Rat. Het grote voorbeeld hiervan is de wereldberoemde sopraan, Montserrat Caballé.
Het is zonder meer mooi, maar ontzettend druk ! Er rondlopen is net de Toren van Babel, de talen die je door elkaar hoort praten, je houdt het niet voor mogelijk. Ik koop in de grote winkel van het heiligdom een cake en een stuk chocolade. We besluiten naar één van de miradores (uitkijkpunten) te wandelen. Onderweg vinden we een bankje waar we ons klein hongertje stillen met het cakeje en een stuk chocolade. Wanneer we onze weg willen voortzetten, horen we ineens een mannenstem hard roepen, gevolgd door het bijna gillen van een vrouw. Er komen ineens een man en een vrouw op ons afgelopen, we weten niet wat er gebeurt. De man gooit zich bijna voor Basiel op de grond en de vrouw neemt haar telefoon en begint als een gekkin foto’s te nemen van haar man en Basiel. Wij staan er allebei op te kijken als twee uilen op een kluit. En Basiel ? Die laat het zich allemaal welgevallen. Hij lebbert naar hartenlust de man zijn gezicht af en begint daarna de vrouw haar make-up af te likken. Als ze bekomen zijn, krabbelen ze allebei recht en stellen zich voor als Russen. Met een glimlach van oor tot oor – de man heeft genoeg goud in zijn mond om een klein dorp eten te geven – toont hij ons foto’s van hun hond thuis, spitting image van Basiel. Ze nemen met tranen in de ogen en constant “spasibo” zeggend afscheid van ons en Basiel. “Ik ga die hond in een zak beginnen steken, als we ermee gaan wandelen in toeristische trekpleisters”, zegt Baasje. We zoeken een plekje om foto’s te nemen op de mirador en wandelen gauw weer terug. De drukte neemt met de minuut toe. Op het binnenplein voor de kerk is er een juist een concert. Prachtig ! Wat een mooie akoestiek hierboven omringd door de bergen. We nemen de trein terug naar beneden en wandelen het dorpje Monistrol binnen, op zoek naar jawel, tapas ! Het dorpje is zeer stil, wat een verschil met daarboven, en mooi. We wandelen door de kleine smalle straatjes en genieten van de stilte. Op de hoek van twee straatjes vinden we een mooi terrasje. Er zitten al lokale bezoekers die prompt de patron roepen dat er volk is. We worden met open armen verwelkomd. Is er nog iets te eten ? Niet veel meer, want hij is de laatste dag open voor zijn welverdiende vakantie. Maar wat hij heeft, wil met plezier voor ons klaarmaken. Even later komt hij met een dampende schotel patatas bravas, een schaaltje met serranoham en manchegokaas en last but not least een fles witte wijn. Meer moet dat niet zijn ! Even later komt hij het terras op met een klein schoteltje waarop een zestal blokjes liggen. De lieve man begint te knorren dat het een lieve lust is en wijst constant naar zijn neus. Gebakken varkenssnuit ! Baasje haalt zijn snuit hiervoor op, maar ik wil daar wel van proeven. Jammie, supervet, lekker pikant ! Ik zou hiervan nu wel geen bord kunnen opeten – amai, mijn cholesterol – maar die paar stukjes laat ik me welgevallen. Baasje had ergens gelezen dat hier in Monistrol nog sporen waren van een Romeinse aquaduct. We vragen het onze nieuwe vriend en hij hoort het in Madrid donderen. Geen probleem ! Hij kijkt even rond en zie, daar komen net dorpsgenoten aan. Deze kennen de aquaduct goed, en het is hier vlakbij, net om de hoek eigenlijk. Hij verontschuldigt zich tegenover ons, hij is hier niet geboren, maar woont hier al erg lang. Maar van die aquaduct had hij nu nog nooit gehoord. Hij gaat die ook eens moeten gaan bekijken. De wijn is op, de bordjes leeg, tijd om onze weg voort te zetten. Ik ga betalen en hij rekent ons 10€ aan. Ik geef er hem 12€ en wens hem een fijne vakantie. De aquaduct moet je wel zoeken. De huizen zijn er rond en tussen gebouwd en hier en daar herken je de bogen in de muren. We wandelen nog even rond en gaan terug naar de camper. We houden toch nog een korte siësta en zetten rond vijf uur onze weg verder, want ver moeten we niet. Ons oog is op Navarcles gevallen. Een dorpje met een meertje. Ondanks een 6,5 op campercontact staat de plaats ons onmiddellijk aan. Achter de parkeerplek is er een bosje met een wandelpad waar we Basiel kunnen uitlaten. We wandelen nog even rond in het oude dorp. In een lokaal supermarktje koop ik guindillas, kleine groene pepertjes voor bij de apero. We wandelen ook even rond het meertje en ontdekken aan een soort scoutslokaal toiletten. Een paar jongeren zijn net de toiletten aan het poetsen en ik vraag of ik even van hun faciliteiten gebruik mag maken. Maar natuurlijk ! Geen probleem ! Aperitieven en eten doen we buiten en ook na het eten zitten we nog lang buiten om te genieten van deze mooie avond.
15/06/2019 – Navarcles – Martinet We zijn vroeg wakker. Na het ontbijt en een wandeling rondom het meertje om Basiels pootjes te strekken vertrekken we richting Pyreneeën. Wat een mooie rit ! We passeren Solsona met een prachtig kasteelruïne op de top van een rots. We willen alleszins Seu d’Urgell bezoeken dus we rijden naar de camperplaats van de stad. Wat een stoffige bende ! De ene camper naast de ander op een troosteloze plek waar zand en stof bij elk zuchtje wind opwaait en in je ogen prikt. Gelukkig zijn we hier maar om de stad te bezoeken. La Seu d'Urgell (Castiliaans: Seo de Urgel en vroeger in het Catalaans: Urgell) is een gemeente in de Spaanse provincie Lleida in de regio Catalonië met een oppervlakte van 15 km². Het is de hoofdstad van de huidige comarca Alt Urgell en de voormalige hoofdstad van het graafschap Urgell. De stad is vooral bekend vanwege het feit dat de bisschop van Urgell hier huist. Deze bisschop is sinds 1277 co-staatshoofd van het nabijgelegen land Andorra. Eén van de bisschoppen van Urgell, Rodrigo Borgia, werd in 1492 tot paus Alexander VI gekozen. De huidige bisschop van Urgell is sinds 2003 Joan Enric Vives i Sicília. Er is net markt geweest en overal in de stad is men aan het opruimen. We wandelen door de oude smalle straten. Bij twee dames met een brocantestand zie ik wondermooie likeurglaasjes staan voor 0,50€ voor 2. We hebben aguardente mee, remember ! Ik betaal met plezier 2€ voor de glaasjes en de glaasjes worden ingepakt als waren ze diamanten uit de roversholen van Ali Baba. We vinden een mooie esplanade onder de bomen en een ijskar. Een ijsje gaat er wel in. We wandelen via het prinsbischoppelijk paleis – immens groot – terug naar de camper om onze weg verder te zetten, want slapen doen we hier niet, no way ! Geen zin om morgen zand en stof in mijn ontbijt te vinden. We belanden in Martinet. De GPS leidt ons via een smalle aardeweg die, gek genoeg parallel loopt met de hoofdweg, maar wij blijven op de grote baan en belanden na het over rijden van een brugje op de camperplaats. De camperplaats is spiksplinternieuw. Er zijn vuilbakken en er is een WC en douche. Je kan ook elektriciteit nemen maar het tarief is ons niet erg duidelijk. We hebben er geen nodig, de zon schijnt volop en de zonnepanelen hebben hun werk gedaan. Wat een mooi dorpje ! We wandelen even rond langs een parkje aan de wilde rivier, El Segre, die door het dorpje stroomt. We vinden een terrasje en nestelen ons in het zonnetje. Martinet was één van de eindplaatsen van een vluchtroute door de Pyreneeën in de tweede Wereldoorlog. Veel joden en andere mensen die op de vlucht gingen voor de nazi-vervolgingen, waagden zich aan een halsbrekende tocht door het hooggebergte. Velen haalden het niet en diegenen die het haalden werden veelal gevat door de toenmalige Guarda Civil die onder Generaal Franco stond. Velen brachten de rest van de oorlog in de gevangenissen van Franco door, waar het ook niet bijster goed vertoeven was. Op verschillende plaatsen in het dorp staan plakkaten met uitleg over deze donkere bladzijde uit de Spaanse geschiedenis. Morgen staat er een wandeling op het programma. Naar de bunkers… We stonden alleen op de camperplaats toen we toekwamen, maar als we onze luiken sluiten om te gaan slapen, staan we al met 7.
16/06/2019 – Martinet – Queralbs We zijn vroeg wakker. Ontbijten en de wandelschoenen aan. Heel dichtbij de camperplaats is de Parque dos Bunquers waarin je vrij kan rondwandelen. Je kan een gids aanvragen waardoor je dan in de bunkers binnen kunt, maar dat hoeft voor ons niet, dus. Tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog werd door Franco de opdracht gegeven om in het geheim deze indrukwekkende bunker linie te bouwen. De dictatuur van Franco was bang voor een invasie van de geallieerde strijdkrachten. Dus liet hij deze linie bouwen die bestaat uit bijna tienduizend bunkers, een linie vergelijkbaar met de linies die andere grootmachten hadden gebouwd om hun grenzen te verdedigen, zoals Mussolini deed in de Alpen. Omdat de Spaanse burgeroorlog nog kort geleden was en de Spaanse bevolking geen behoefte had aan een oorlog, werd de keuze gemaakt om de linie in het geheim door het Spaanse leger te laten bouwen. De bunker linie loopt door de Pyreneeën van Cap de Creus (aan de Middellandse zee in Girona) tot País Basc (in Baskenland vlak bij de Atlantische oceaan). Enkele jaren geleden is er door de Spaanse regering voor gekozen om enkele bunkers open te stellen voor publiek omdat met de huidige bewapening en manier van oorlogvoering het nut van deze bunkers is achterhaald. Het is mooi wandelen door het park, de wandelpaden zijn rotsachtig dus goede wandelstappers zijn echt wel nodig. Van de bunkers en uitkijkposten schiet niet veel meer over. De tand des tijds heeft hier goed zijn werk gedaan. Hier en daar worden we verrast met enkele mooie vergezichten op de toppen van de Pyreneeën. Het zonnetje schijnt zalig op ons bolletje ! Via een watervoorzieningsinstallatie en een mooie snelstromend kanaaltje wandelen we het dorpje binnen. Bij de bakker ga ik om brood en bij de slager laat ik me verrassen door hun zelfgemaakte paté en zelf gerookte rauwe hesp. De picknicktafels van de camperplaats liggen zalig in de schaduw van de bomen en we laten ons onze lunch smaken. Na een korte siësta trekken we de bergen in. Een slaapplaats vinden we in La Molina, een wintersportoord. We stijgen tot op 1600 meter en installeren ons helemaal op het einde van de parkeerplaats. Zalig is het hier ! We zitten wat buiten en bekijken de jongeren – en een paar “ouderen” – die als gekken met hun mountainbikes de berg komen afgestoven. Het is een echt schouwspel. We gaan even kijken of we met de kabellift nog naar boven kunnen, want het is eigenlijk nog vroeg, en ja, hoor. We betalen en stappen in de lift. Basiel vindt het maar niks. Hij jankt een beetje, maar als hij boven komt uit de cabine springt en sneeuw ziet is hij door het dolle heen. Hij rolt en rolt in de sneeuw, net een klein kind. We wandelen even rond en gaan dan in het gras zitten, puur om te genieten van de zon en van de natuurpracht rondom ons. We zien hier het vertrekpunt van de mountainbike route en zien hoe er tientallen waaghalzen zich op de smalle paadjes wagen naar beneden. Eigenlijk heb ik er wat spijt van dat ik niet een enkeltje naar boven besteld heb, zodat we te voet naar beneden kunnen wandelen. Maar het zou direct te laat worden en het wordt vlug donker in het hooggebergte. Als we beneden komen, komen ook de laatste mountainbikers naar beneden en loopt de parking langzamerhand leeg. Fantastisch is het hier ! Op het personeel van de restaurants wat verder, zijn we hier helemaal alleen. Als we daarvan ook enkele auto’s zien vertrekken, hebben we echt het gevoel dat we moederziel alleen op deze berg zijn. Genieten !!!
17/06/2019 La Molina – Queralbs Quand le soleil dit bonjour aux montagnes Quand le soleil Dit bonjour aux montagnes Et que la nuit rencontre le jour Je suis seul avec mes rêves Sur la montagne Une voix me rappelle toujours
J'écoute à ma porte Les chansons du vent M'rappelle les souvenirs de toi
Quand le soleil Dit bonjour aux montagnes Je suis seul et Je ne veux Penser qu'à toi
Now when the sun says good day to the mountains And the night says hello to the dawn I'm alone with my dreams on the hilltop I can still hear his voice though he's gone
Zo worden wij wakker hier op deze wondermooie berg : met een goed ontbijt en een overweldigende dosis melancholie en nostalgie.
Terwijl ik de afwas doe, laat Baasje Basiel uit. Na een toiletbezoek (want er zijn hier heel propere toiletten) verlaten we dit mooie stuk natuur en rijden de berg af, richting Queralbs. De camperplaats in Queralbs staat wel op Park4Night maar niet op Campercontact. Ondertussen staat hij er wel op. We parkeren ons, want we willen naar Val de Nuria, hoog in de bergen. Op het treinstation kijken we eens naar de uurregeling en we beslissen de trein van 13.05 te nemen. En terug ? Ik sla een praatje met de spoorwegbeambte.
“Is it difficult to go up the mountain on foot ?” “Yes, it is. There is a great difference in height on the way” “Alright ! And coming down ?” “That is a piece of cake !” Baasje en ik kijken even naar elkaar en knikken. “One way up, please !”
Als ik die man ooit nog tegenkom, geef ik hem eens een piece of cake waar hij niet goed gaat van zijn…. Maar ik loop op de feiten vooruit !
Het treintje slingert langs rotswanden en door tunnels. De ooo’s en aaa’s zijn over heel de trein te horen, want die zit bomvol. En Basiel, de sukkelaar, moet toch wel weer zijn muilband aan, zeker. En deze keer kunnen we hem niet uit doen.
Ik zie aan de overkant van de kloof wandelaars stappen over ultrasmalle rotspaadjes en ik durf Baasje niet aan te kijken. Is dit het pad langs waar wij naar beneden moeten ?
Eens boven lopen wij wat rond, maar vatten tamelijk de wandeling naar beneden aan want we hebben een bleekblauw vermoeden dat de wandeling ons heel wat langer zal vergen dan de voorziene 3 uur en 10 minuten.
Ik kan niet vertellen op hoeveel plekken ik gebeden heb, afscheid genomen heb van mijn kinderen, mijn schoonkinderen en mijn kleinkinderen, mijn ouders bedankt heb voor de prachtige jeugd die ze mij gegeven hebben, mijn man bedankt voor de mooie jaren samen en zijn liefde. Ik heb zelfs al onze vrienden bedankt voor hun vriendschap.
Het paadje kronkelt en kronkelt naar beneden, soms zo smal dat je amper je twee voeten naast elkaar kunt zetten, soms breder, en dan kan ik eventjes ademen. Maar dan is het pad onderbroken door een steenlawine en moeten we over rotsblokken kruipen.
Telkens als ik denk, we naderen de vallei, het zal gemakkelijker worden nu, zijn er weer stukken waar ik mijn leven voor mijn ogen zie passeren.
Basiel en Baasje lopen vrolijk voorop.
Uiteindelijk doen we vijf uur over de wandeling. Maar….noblesse oblige mij te zeggen dat ik ze zo weer zou doen, want het is een wandeling van een ongekende schoonheid.
Als we de huizen van Queralbs bereiken, zijn we het er roerend over eens dat we zin hebben in een frisse pint. Alsof onze gebeden verhoord worden, draaien we de hoek om en staan voor een gezellige bar met terras. Je houdt het niet voor mogelijk op hoeveel tijd we dos cervesas – grandes – besteld hebben, en op hoeveel tijd die voor de helft zijn leeggedronken.
Normaal waren we niet van plan hier te overnachten, maar de pijn in ons spieren en kuiten en de halve liter bier doen ons beslissen hier de nacht door te brengen.
18/06/2019 – Queralbs – Cantallops
We zijn zo stijf van de wandeling als we ’s morgens opstaan. En we zijn stikjaloers op onze Basiel, want die staat alweer te springen om de bergen in te trekken.
We vertrekken onmiddellijk na het ontbijt, want er staan een paar middeleeuwse bergdorpjes op het programma.
De eerste op onze route is San Joan de los Abadesses. We parkeren net buiten de oude stad. Het is een mooi, rustig stadje en heel proper valt ons direct op. We kuieren langs de oude kerk en smalle straatjes en denken erover na wat we zouden kunnen eten vanmiddag. Bij de slager zie ik chipolata’s met kruiden, mmm !
Het is vlug beslist. Chipo’s met sla en tomaten tussen een stuk brood, met een lek mayonaise. De calorieën die er gisteren zijn afgevlogen, gaan we er weer bij doen, me dunkt.
We picknicken in Santa Pau, weer een middeleeuws dorpje. De worstjes laten zich smaken. Na de afwas zetten we koers naar Besalù.
Van de drie dorpen die we vandaag gezien hebben, gaat dit dorpje met de hoofdvogel lopen. Ondanks dat het er veel toeristenwinkeltjes zijn, heeft het toch zijn eigenheid wat behouden.
Er is wel veel volk. Dat hadden we al gezien aan de bussen die op de parking vlakbij de CP stonden. De CP ligt trouwens net buiten de oude stad. Weer nogal een stoffige bedoening, net goed voor de stad te bezoeken, maar niet echt ons ding om hier te overnachten.
We hadden op de app een CP gezien aan een stuwmeer in Terrades, Parking de reservoir de Boadella. Prachtig ! Hier wordt het rustig overnachten.
De parkeerplaats loopt wat schuin af en Baasje moet de keggen plaatsen. Terwijl ik sta te wachten, zie ik een dame op mij afkomen. Ze spreekt mij aan in het Duits. Ze wil ons waarschuwen voor de vele inbraken in auto’s van wandelaars rond het stuwmeer die hier gebeuren. Zij heeft het zelf reeds voorgehad. Achterruit ingeslagen en alles eruit gehaald. Ze komt hier voor het uitzicht en de rust, maar ze gaat nooit verder dan een tiental meter van haar auto. Ik bedank haar en kijk even naar Baasje.
“Zo’n mooie plek”, zegt hij, “het zal wel meevallen”.
Echter, terwijl we ons verder installeren, zien we een wagen de parking oprijden. De chauffeur blijft zitten en blijft minutenlang met een draaiende motor naar ons kijken. Nu herinner ik mij dat, toen we het weggetje hierheen insloegen, er twee jongemannen aan de kant van de weg stonden die ons nakeken. Ik had nog net gezien dat er één zijn smartphone nam en begon te bellen.
Even later rijdt hij met piepende banden weg. En dan valt ons oog op het asfalt iets verder weg van onze camper. De asfalt ligt bezaaid met stukje glas, veiligheidsglas, van autoruiten. We zijn overtuigd, weg van hier ! Normaal gezien laten we ons niet gauw afschrikken, maar een verwittigd man is er twee waard. Heel jammer ! Want het is een hemelse plek !
Onderweg passeren we, in the middle of nowhere, een prachtige hacienda te koop. Hoe mooi ! Een heuse berg in het midden van het domein, olijfbomen overal, de woning (nog onafgewerkt) in het midden. Een droom ! Ik zie mezelf al op het terras zitten met een glas witte wijn in mijn hand, kijkend naar Baasje, terwijl hij de olijfbomen inspecteert, terwijl Basiel en de andere honden – op zo’n domein heb je minstens 5 honden – rond hem heen dartelen. Ik google vlug even en moet jammer genoeg vaststellen dat er niet genoeg in ons spaarvarkentje zit. Maar toch is de prijs van 400.000€ een koopje voor zo’n domein.
Uiteindelijk was dit een geluk bij een ongeluk, anders hadden we Cantallops nooit ontdekt, want daar rijden we van hier uit naartoe. We doorkruisen het drukke La Jonquera en ik ga eerst nog wat mondvoorraad halen.
Wat later rijden we de camperplaats op en kunnen ons ogen niet geloven. Een uitzicht op de valleien voor ons met in de verte de Middellandse Zee. Een restaurant vlakbij, gratis overnachten, water en toilet gratis. Deze plek vliegt met stip naar de hoogste regionen van onze camperplaats top tien !
We zitten ’s avonds nog een tijd buiten en genieten van de rust. Aan de overkant van de camperplaats staat nog een Duits paar, die hetzelfde van plan is : genieten.
19/06/2019 – Cantallops
Bij het ontbijt al valt de niet al te moeilijke beslissing om hier twee dagen te blijven.
Na de afwas wandelen we via een betonbaantje niet ver van de camperplaats naar het dorpje. Het is eigenlijk vlakbij, om amper een kwartiertje staan we aan de rand van het dorpje. We lopen wat door de oude straatjes en ineens valt mijn oog op twee namen op een deurbel : Karina D. B. en Elke E. Als ik iets hierover zeg tegen Baasje, komt er vanuit de eerste verdieping een hoofd met een sjaal en verfvegen op haar gezicht. “Ik ben Elke E.,” zegt ze.
Ze vertelt dat ze hier komt wonen samen met haar moeder, Karina. Wij roepen in koor “gelukzakken”. Ik ken een Mieke E., zeg ik tegen haar. Dat is een oud-collega van mij geweest.
“Ja”, antwoordt de vrouw,” dat is mijn achternichtje”.
Een paar maanden later kom ik, bij een huwelijk van een vriendin van ons dochter, Mieke E. per ongeluk tegen. Ze wist dat ze een nicht had die de Belgische regen omgewisseld had voor de Spaanse zon.
Zo zie je maar. De overigens zeer vriendelijke vrouw geeft ons nog richtlijnen waar we een gezellig terrasje, Bar Tomas, kunnen vinden en waar er een kleine kruidenier is, die vers brood heeft. We bedanken haar vriendelijk en ze wenst ons nog een fijne vakantie en wij haar een fijn leven in Spanje. Nadat we het winkeltje hebben gevonden en wat brood hebben gekocht, gaan we op onze stappen terug naar het terrasje van Bar Tomas, waar we het ons gemakkelijk maken in de schaduw van de platanen op het pleintje. We vragen om een wit wijntje en el patron brengt ons een karafje zalig frisse Ruedo.
Aan de andere kant van het terras zitten twee mountainbikers, Australiërs. Wat is één van hen, “extremely loud” ! We kunnen het hele gesprek volgen en interessant is het echt niet, want het gaat enkel maar over wat hij al gepresteerd heeft en wat hij nog allemaal gaat presteren. Wij hebben medelijden met zijn gesprekspartner, want die kan er geen woord tussen krijgen.
We betalen ons wijntje (5€) en stappen terug. Het is ondertussen snikheet geworden. Dat wordt “dolce far niente” de hele middag.
Op de terugweg stoppen we even bij het restaurant waarvan de camperplaats afhangt met de vraag of wij vanavond eventueel kunnen komen eten. Dat kan niet, zegt de maître d’hotel, want het restaurant afgehuurd voor een privé-feest. Geen probleem !
We eten buiten en krijgen maar niet genoeg van het uitzicht. Basiel kan vrij loslopen, want op de Duitsers na, staan we hier alleen.
Niet voor lang echter, er rijdt rond halfdrie een camper de plaats op. Ik zie twee honden op de voorzetel zitten, dus ik roep Basiel om hem aan de leiband te leggen. Even later komen er twee honden uit de camper gesprongen. Een Jack Russel-achtig mormel en een duidelijk oude scheper, de baasjes doen geen moeite om de honden te roepen of aan de leiband te leggen. Dus Basiel blijft aan de leiband. Als Baasje beslist een tukje te gaan doen, nestel ik mij met mijn e-reader in één van onze luie stoelen, voeten omhoog en lezen maar. Basiel komt mij gezelschap houden en kruipt onder mijn zetel. Echter, ik moet verschillende keren stoppen met lezen om het mormel weg te jagen dat alsmaar bij Basiel probeert te komen. Als ik zowat de zevende keer de hond moeten wegjagen, is de maat vol. Ik ga aan de baasjes vragen om hun hond bij hen te houden, de onze ligt vast. Het is voor hem niet leuk en voor mij al helemaal niet.
Geen “sorry”, geen “dat lossen wij wel op”, niets. Een eerder onverstaanbaar gegrom, dat is alles.
Eén ding is zeker ! Het mormel zie ik niet meer terug.
’s Avonds genieten we nog lang van de mooie avond. Laatste avond in Spanje ! Morgen langzamerhand richting huis…
20/06/2019 – Cantallops – Millau Een beetje langer geslapen dan gewoonlijk, het is hier ook zo stil. Met spijt in het hart en de plechtige belofte dat wij hier ooit nog terugkomen, vertrekken we richting Frankrijk. Ik sla nog een vat van 5 liter olijfolie en een kleine serranoham in voor thuis en we laten Spanje achter ons. Om drie uur zijn we al in Millau, dat ging vlug via de gratis A75. Op camping “Les Deux Rivières” staat een bord buiten dat het met de ACSI-kaart 14€ is, nog tot 25/06. We moeten niet lang nadenken, we willen meteen twee dagen blijven. Dat kan, zegt de vriendelijke dame aan de balie, maar niet langer, want het weekend staat de camping volgeboekt. Geen probleem, we zoeken ons een mooi plekje uit en installeren ons. Het is eigenlijk nog vroeg dus we trekken de oude stad Millau in. Zeer mooi ! Het heeft alles wat een Zuid-Frans stadje moet hebben : zon, smalle straatjes, gezellige pleintjes, terrasjes, winkeltjes en een overdekte markthal. Ik kom er vlug achter dat er morgen marktdag is in de gehele binnenstad. Daar hebben we altijd al een zwak voor gehad. Op de camping staan we nog een tijdje te praten met gepensioneerde Vlamingen die op weg zijn naar huis. Wat blijkt, hun zoon woont in de straat waar ik geboren ben. Telkens zijn we toch verwonderd hoe klein de wereld wel is. Op de terugweg naar huis, stoppen ze altijd in Saint Pourçain. We schieten in de lach. Hebben wij ook al gestaan ! Want, zeggen we in koor : wist je dat de Saint Pourçain de oudste wijngaard van Frankrijk is ? Zelfs onder Karel de Grote dronk men deze wijn al. Vlamingen en wijn of bier ! Het perfecte huwelijk ! 21/06/2019 – Millau Marktdag ! Na het Franse ontbijt – ik had croissants en baguette besteld bij de receptie van de camping – trekken we de stad in. Het duurt niet lang of ik ontdek een heus aspergekraam ! Kilo’s asperges violettes liggen op een tafel mijn naam te roepen ! Dat kan ik niet laten liggen. Bij de plaatselijke beenhouwer ga ik om enkele dikke sneden jambon cuit à l’os, die daarbij hemels gaan smaken. Eitjes heb ik nog in de ijskast liggen. Voor we naar de camping stappen, zetten we ons nog tussen de inboorlingen op een terras om de sfeer op te snuiven en een perroquet en een pastis te drinken. Na de lunch – een stuk baguette met enkele franse kaasjes – maken we het ons gemakkelijk en genieten van een zonnige middag. ’s Avonds laten de asperges zich smaken…. 22/06/2019 – Millau – Orcines Na een stevig ontbijt en een verkwikkende douche vertrekken we richting de Auvergne. We kiezen er voor door het département de Aveyron te rijden. Dat staat al lang op mijn lijstje voor een trip, dus we willen wel eens zien wat dit te bieden heeft. Wat we zien, staat ons aan. Hier komen we voor onze najaarsreis terug. We vinden in de loop van de middag zonder problemen de gloednieuwe CP van Orcines. Gezellig is het niet ! Een grote asfaltplek tussen de bossen. Maar ja, het is maar om te overnachten, dus we klagen niet. We gaan nog een blokje wandelen in de bossen rondom en het dorpje vlakbij, eigenlijk op zoek naar een terrasje, maar we komen van een koude kermis thuis, dan maar terrasje voor de camper. Het duurt niet lang of de camperplaats staat helemaal vol, meestal gezinnen. Het is dan ook weekend ! 23/06/2019 – Orcines – Les Riceys We vertrekken al vroeg ! Het is zondag en de hele camperplaats ligt nog in dromenland als we de camperplaats afrijden om te gaan lozen, tanken, de shitty business en onze weg verder te zetten. We stoppen al vlakbij om te zien of we kunnen parkeren op de parking van de Puy Pariou. We willen graag naar de top wandelen. De Puy Pariou is vooral bekend van de reclame van het Volvic water en wordt wel eens de mooiste vulkaan van de Auvergne genoemd. Echter, de parking staat proppensvol en er stappen al tientallen wandelaars richting de vulkaan. Niet slim van ons om dit op een zondag te plannen. Wat doen we ? We besluiten verder te rijden en deze vulkaan uit te stellen tot rustiger tijden. Eigenlijk zitten we maar op een slordige 725 km van huis, geschikt voor een kortere trip. We zetten onze weg verder en kiezen ervoor helemaal door de Morvan te rijden. Daar hebben we een immense zwak voor. Wij waren hier al meerdere keren ook nog toen de kinderen nog mee gingen en we gîtes huurden. In Les Riceys heb ik twee adressen van France Passion aangestipt. De ene (Champagne Lamoureux) is duidelijk dicht en de andere (Champagne Walczak) is een rommelig allegaartje waar er blijkbaar van ons verwacht wordt dat we tussen de seizoenarbeiders gaan staan. De ondergrond (gras) zakt vervaarlijk in als we het plein proberen op te rijden. Neen, hier willen we niet echt staan. Het dorpje heeft ook nog een municipale en we gaan eens zien wat die te bieden heeft. Mooi gelegen ! Rustig aan een sportveld, wel weinig schaduw, maar het zonnetje is niet te heet en het is zalig buiten zitten. Ik zie op Google Maps dat er een bakker vlakbij is, dus dat worden croissants morgen voor ontbijt. 24/06/2019 – Les Riceys-Longpont Ik stap onder een vroege ochtendzon naar de bakker, Baasje stapt een eindje mee om meteen Basiel uit te laten, maar keert dan terug om koffie te zetten. De croissants smaken. Het zullen de laatste zijn, want de laatste dagen van onze vakantie zijn aangebroken. Woensdag roept de plicht ! We zetten koers naar Chateau Thierry. We zijn deze stad nu al zovele keren gepasseerd en telkens zeg ik dat ik het grote monument uit de eerste wereldoorlog wil bezoeken. Chateau Thierry was een strijdtoneel in de Eerste Wereldoorlog. De Duitsers werden hier teruggedreven door de Amerikanen in juli 1918. Deze overwinning op de Duitsers luidde het einde van de eerste wereldoorlog in. Chateau Thierry is ook de geboortestad van Jean de la Fontaine, bekend van zijn fabels. En ook de familie van de Vlaamse auteur Johan Daisne, die eigenlijk Herman Thierry heet, is van deze stad afkomstig. De stad ligt in het departement de Aisne, waar meteen ook de schrijver zijn pseudoniem heeft van afgeleid “van de Aisne” : d’Aisne. Het monument is zoals alle Amerikaanse oorlogsmonumenten (cfr. Omaha Beach in Normandië) overweldigend. Als we oprijden en uitstappen komt er al een bewakingsagent op ons afgestapt, die ons heel vriendelijk meedeelt dat Basiel wel op het gras mag lopen, maar niet op de trappen en op de vloeren van het monument. Het is namelijk allemaal witte marmer en honden hebben nu éénmaal de gewoonte om hun poot op te heffen. Volgens hem zijn de vlekken bijna niet uit de marmer te krijgen. We begrijpen het volledig en we besluiten om beurten het monument en het bezoekerscentrum te bezoeken. Ik zoek een schaduwplekje op in het bos, want het is ondertussen snikheet en de zon kaatst onerbarmelijk weer op de witte stenen. Even later komt Baasje terug en het is mijn beurt. We zijn het er over eens. Het monument is het bezoek waard. Indrukwekkend ! Niet alleen het bouwwerk maar ook het uitzicht over de stad die diep beneden ons ligt. Onderweg naar onze laatste slaapplaats wil ik nog stoppen bij een beeldhouwwerk dat ik al lang wil zien. Het staat in Oulchy-le-Chateau en heet “Les Fantômes de Landowski ». Het staat hoog op een berg men “La Butte de Chalmont” noemt. Het is gemaakt door Paul Landowski, de beeldhouwer die ook het beeld van Generaal Haig, in Montreuil sur mer gebeeldhouwd heeft, maar die zijn grote bekendheid verworven heeft door het beeld van Christus de Verlosser in Rio de Janeiro. Landowski werd geboren in 1875 in Parijs als zoon van een Pools immigrant die naar Frankrijk was gevlucht tijdens de Januariopstand (1863-1865). Hij studeerde aan de École nationale supérieure des beaux-arts. Hij won in 1900 de Prix de Rome in de categorie beeldhouwen. Landowksi overleed in 1961 op 85-jarige leeftijd. Hij was de vader van componist Marcel Landowski. Zijn andere kinderen, Nadine (1908-1943) en Françoise (1917-2007), waren ook kunstenaars. Het monument werd opgericht ter nagedachtenis aan de slag van de Marne in juli 1918 tijdens de eerste wereldoorlog. Het monument staat op een heuvel midden in het land. De beeldengroep ziet uit op de andere heuvels van de Tardenois. Het monument is van graniet gemaakt en bestaat uit twee delen. De beeldengroep Les Fantômes, boven op de heuvel toont acht soldaten van de verschillende Franse legerkorpsen die betrokken waren bij de slag van 1918. De ogen van de soldaten zijn gesloten, ze zijn spoken geworden. De zeven soldaten stellen van links naar rechts voor: een jonge rekruut, een geniesoldaat, een mitrailleurschutter en een handgranaatwerper. Op de tweede rij van links naar rechts: een koloniale soldaat, een gewone infanterist en een piloot. De naakte figuur representeert de jonge held, een martelaar op weg naar de hemel. Zo’n 250 meter lager aan de voet van de heuvel staat de allegorie van Frankrijk: een beeld van een vrouw met een schild. De verworvenheden van Frankrijk staan op het schild: Liberté, Égalité, en Fraternité. Het hele domein maakt een heel verzorgde indruk. We zijn hier helemaal alleen. We steken Longpont in de GPS voor onze laatste nacht. Het dorpje is zeer klein, maar uiterst liefelijk met een grote ruïne van een abdij. De CP is vlakbij geleden. En op het pleintje aan de abdij is er zelfs een toilet. Het toilet ligt net buiten de speelplaats van het plaatselijk gemeenteschooltje. Naar het toilet gaan als het net pauze is voor de kinderen, is een ervaring op zich. We gaan even wandelen op zoek naar een laatste terrasje van de vakantie. Het ene cafe/hotel/restaurant is nog potdicht en het andere blijkt open te zijn en daarbij nog over een prachtig terras te beschikken. Ik steek even mijn hoofd binnen en vraag of wij iets kunnen drinken op het mooie terras. De man verontschuldigt zich en zegt dat dit niet kan, omdat hij een afspraak heeft met zijn overbuur dat hij geen drinken zonder eten serveert. Hij kan dit niet maken. Pas de souci ! On le comprend ! We zijn maar een paar meter verder als hij ons terugroept. De patron aan de overkant is toch nog een tijdje gesloten en we zien er dorstig uit. Komt u maar ! Een paar minuten later zitten we comfortabel op het terras met een cola en een biertje. We praten wat over Basiel en over het houden van honden in het algemeen. Hij heeft ook een paar honden. Trouwens, zegt hij ! Als wederdienst voor het drankje dat jullie eigenlijk hier niet mochten drinken, had ik graag gehad dat jullie mij een positieve review gaven op Tripadvisor. Wij weten niet wat we horen. Ja, legt hij verder uit, door omstandigheden heeft hij de laatste tijd een paar slechte reviews gehad van klanten en een paar positieve reviews zouden goed uitkomen. Mijn bezwaar dat we hier niet gegeten hebben, zwaait hij weg met een “ce n’est pas grave”. Ik zeg dat ik erover zal nadenken. Als ik ga betalen, zie ik een schilderij geïnspireerd op het Laatste Avondmaal van Leonardo da Vinci. In plaats van Jezus en zijn apostels zien we nu de grote rocksterren van de twintigste eeuw. Knap ! De uitbater, Manu is zijn naam trouwens, blijkt er maar één van te kennen, Mick Jagger. Niet moeilijk ! Die mond kent zelfs het kleinste kind. Baasje en ik vullen de rest aan. Hij schrijft alles op een bierkaartje en is dolgelukkig. Wij minder als we de rekening krijgen : 12,30€ !! Voor één biertje en één cola !! We nemen afscheid en denken dat hij de positieve review op Tripadvisor op zijn buik kan schrijven. Als we al enkele meter ver zijn, roept hij ons nog na dat we de review op Tripadvisor niet mogen vergeten. Ik steek een duimpje op, maar denk bij mezelf : vergeet het maar ! Als je de reviews bekijkt op Tripadvisor van dit restaurant (Les terrasses in Longpont) haalt hij een 4,5 en maakt hem het beste restaurant van de twee in dit dorp. Echter twijfel ik aan de echtheid van deze reviews, aan de manier hoe hij zijn sterren op Tripadvisor probeert te verdienen. Op de camperplaats maken we nog een praatje met wat blijkbaar de plaatselijke dorpsgek is. Hij is zot van de Belgen, zegt hij. Hij zegt ons ook dat als we water nodig hebben, we dat kunnen halen aan het kerkhof naast de abdij, waar ook het toilet is, maar dat we daarvoor toestemming nodig hebben van de burgemeester. Geen probleem, hij kent de burgervader zeer goed en hij zal voor ons een goed woordje doen. Hij gaat dat voor ons regelen, we kunnen op ons twee oren slapen. Juist, zo zot als een achterdeur. Trouwens, water zijn we al gaan halen net voor we de camperplaats op reden. Ze dragen corruptie en vriendjespolitiek hier hoog in het vaandel in Longpont. 25/06/2019 - Longpont – thuis We ontbijten op de picknickbank van de camperplaats en mijmeren nog een beetje na over de voorbije vakantie. Het was een mooie ! Geen ongelukken, cfr. mijn gebroken voet in juni 2018, voor het overgrote deel goed weer, pakken beter als ook in juni 2018. Catalonië blijft alleszins voor herhaling vatbaar. Onderweg genoeg tips voor grote trips en kleinere gezien. Zoveel is zeker !