Penne all’arabiata “arabiata” betekent “boos” in het Italiaans. De toevoeging van een gedroogd chilipepertje zou hiermee mee te maken hebben. Dus hoe meer je hier van toevoegt, hoe “bozer” je pasta. Het gerecht is afkomstig uit centraal-Italië en Rome. Traditioneel wordt er hier penne rigate voor gebruikt, maar het kan eigenlijk met elke korte pasta, liefst geribbeld, zodat de saus er lekker kan aan blijven kleven. Voor 500 gr. Pasta 7 soeplepels olijfolie 1 soeplepel fijngehakte knoflook 3 sneetjes pancetta, fijn gesneden in lamellen (bij gebrek aan pancetta, kunnen hier ook gerookte spekblokjes gebruikt worden) 2 dozen van 400gr. gepelde tomaten (ga even met je mes door het blik, zodat de tomaten in stukken gesneden worden) Gedroogde chilipeper, fijn gemalen… de hoeveelheid hangt er van af, hoe boos je je pasta wilt Enkele blaadjes basilicum of een soeplepel gedroogde versie Vers geraspte parmezaanse kaas of, voor de liefhebbers, pecorino romano.
Bereiding Fruit de knofloof zachtjes in de olijfolie, laat hem lichtjes doreren. Voeg de pancetta toe en laat ze even bakken. Voeg de tomaten toe, samen met de chili en een heel klein beetje zout, de pancetta is al zout genoeg. Zet het vuur lager en laat 30 minuten zachtjes sudderen. Maak van de tijd gebruik om de pasta te koken. Als de pasta gaar is, giet je deze af en meng ze met de saus, de basilicum, een geut olijfolie en een beetje vers geraspte kaas. Zet de rest van de kaas op tafel.
Spaghetti alla putanesca
“Alla putanesca” betekent “van de hoer”. Volgens het verhaal zou de combinatie van de verschillende ingrediënten de “daad” doen versnellen, zodat de “putta” veel meer klanten zou kunnen “afwerken” binnen haar tijd. Bordeelhoudsters in het oude Rome, serveerden maar al te graag dit pastagerecht voor hun klanten. Voor diegene die geen ansjovis lusten, raad ik toch aan dit te proberen. Ik lust dit namelijk ook niet, als ik een martino bestel, is dit steevast zonder ansjovis en ook op de pizza lust ik het niet, maar in dit gerecht is het echt onmisbaar. Je smaakt het echt niet.
Voor 500 gr. pasta 7 soeplepels olijfolie 6 ansjovisfilets op olie 1 soeplepel fijngehakte knoflook 2 dozen van 400gr. gepelde tomaten (ga even met je mes door het blik, zodat de tomaten in stukken gesneden worden) 2 koffielepels verse oregano of 1 soeplepels gedroogde 2 soeplepels kappertjes (laten uitlekken indien je deze op water gebruikt) Een tiental zwarte olijven, ontpit en in kleine stukje gesneden.
Bereiding
Verwarm de olijfolie en voeg de ansjovisfilets toe. Je zult zien, deze lossen volledig op. Als de visjes weg zijn, voeg je de knoflook toe. Let op, deze keer mag hij niet kleuren. Voeg de tomaten toe en laat 20 minuten sudderen. Neem de pan van het vuur en laat het geheel wat trekken. Als je deze saus ’s middags maakt voor ’s avonds is ze nog zo lekker. Kook nu pas je pasta, een poepsimpele spaghetti of zelfs cappellini past hier supergoed bij. Als de pasta bijna gaar is, plaats je de saus weer op het vuur, en voeg je de oregano, kappertjes en olijven toe. Eens de pasta gaar en afgegoten, voeg je deze bij de saus samen met een geut olijfolie. Hier wordt er normaal geen kaas bij gegeten, maar wij hebben er graag wat geraspte parmezaan bij.
Konijnenrug met Muscadet Benodigdheden 1 konijnenrug per persoon 1 ajuin 1 teentje look ¼ fles Muscadet Sèvre et Maine (mag een goedkope versie zijn, drink er een duurdere bij) Een aantal druiven naar smaak (kleur maakt niet uit, maar neem wel grote) 1 kruidenbouillonblokje (Knorr) 1 doosje volle room Provençaalse kruiden Peper en zout de ruggetjes en laat ze rondom bruin worden in een goede scheut olijfolie. Als de niertjes er nog inhangen, neem ze er uit en hou ze apart. Neem ze uit de pan en fruit de fijngesnipperde ajuin samen met de eveneens fijngesneden look toe. Laat hem lichtjes bruinen, dus eventjes zacht laten worden en dan pas een kleurtje laten krijgen. Heb je de niertjes nog opzij liggen ? Voeg ze er maar bij. Leg de ruggetjes er weer bovenop en overgiet met de wijn, voeg wat water en het bouillonblokje, tot de ruggetjes zo goed als onderstaan. Voeg ook de Provençaalse kruiden toe. Zit je natuurlijk in de Provence of andere zuidelijke gebieden, ga eens wandelen en stel een kruidige boeketje samen. Laat het geheel een klein uurtje stoven tot het vlees botermals is en bij aanraking bijna van de beentjes valt. Terwijl het geheel stooft, ga er even bij zitten, schenk jezelf een aperitiefje uit, terwijl je de druifjes pelt en ontpit. Vis de ruggetjes uit de pan en voeg de room toe, nadat je je eventueel zelfgemaakte kruidentuiltje eruit gehaald hebt. Laat goed doorkoken, zodat er een lekkere dikke roomsaus ontstaat. Verminder het vuur wat, en voeg de druifjes toe. Deze moeten enkel wat opwarmen, dus een paar minuten is echt meer dan genoeg. Leg de ruggetjes er weer in, laat het geheel nog even doorwarmen en dien op. Wij hebben er gebakken krieltjes bij gegeten. Tip : Voor de echte zoetekoeken onder ons, kan je de Muscadet vervangen door een echte muskaatwijn, een Muscat de Rivesaltes of zelfs een Beaumes de Venise. Let dan wel op, samen de druiven wordt het dan echte zoete bedoening.