Maandag 25 februari 2019 Ik heb nog enkele uurtjes verlof staan die op moeten voor 1 maart, dus het is hoogste tijd dat ik die opneem. Maandagmiddag kom ik thuis, een vlugge lunch, en tegen goed twee uur zijn we vertrokken. Het is onze eerste echte trip, op een drietal dagen na, eind januari, dat we met onze nieuwe aanwinst, onze Chausson Welcome 747 GA, een tripje maken. We geven de dame van de GPS om tolwegen te vermijden en ze doet dat weer feilloos. Net na Lille stuur ze ons de RNs en de RDs op, en we genieten van het Noord-Franse platteland. We stoppen even in Doullens om boodschappen te doen en zetten dan verder koers naar Long-sur-Somme, volgens de website één van de mooiste dorpen van de Somme en volgens campercontact heeft het dorp een CP die een 7.9 heeft gekregen, over zomaar eventjes 38 beoordelingen. Het is net geen vijf uur als we op de CP aankomen. We zien al bij de eerste oogopslag dat de 7.9 best verdiend is. Rustig gelegen, aan het water, alhoewel rustig…. De eenden op de rivieren kwaken en kwetteren dat het geen pas heeft. Met honderden roeien ze samengetroept op de rivier net voor de sluis. We installeren ons en maken ons vlug klaar voor nog een wandeling voor de avond valt. We nemen even een kijkje op de camping om te zien waar we moeten betalen, want de app zegt dat het staangeld 5€ bedraagt, maar de uiterst vriendelijke campinguitbater zegt ons dat we gratis staan, tot 1 maart. We bedanken hem vriendelijk en zetten onze wandeling verder. Het dorpje met een enorm Renaissance kasteel is mooi, maar doodstil. We wandelen even rond en bekijken de kasteeltuin. Een bakker voor morgenvroeg vinden we niet direct, alhoewel we vermoeden dat het lokale cafeetje op het plein, wellicht een depot de pain is. Niet getreurd, ik heb genoeg ontbijt mee, alhoewel er een croissant wel zou ingaan. Gezien ik al vroeg op ben, het was per slot van rekening een halve werkdag, gaan we met de kippen of zijn het eenden op stok, in de hoop dat we morgen vroeg wakker zijn en we nog een mooie wandeling kunnen maken. Dinsdag 26 februari 2019 We zijn inderdaad, zoals verwacht, vroeg wakker. Het is bitter koud, maar het ziet er wel naar uit dat het een prachtige dag wordt. We hebben het ontbijt nog maar achter de kiezen, als we de gemakkelijke schoenen al aantrekken – de afwas kan wachten tot na de wandeling – en van deze mooie ochtend gaan genieten. Basiel is in zijn nopjes. Ditmaal kiezen we voor rechts, als we van de camperplaats komen, links ga je naar het dorp en het kasteel. Het verharde wandelpad volgt de wondermooie Somme en verdwijnt in een gebied van moerassen en meren. Het is hier wondermooi, maar niet zo stil, want daar zijn de eenden weer. Basiels aanwezigheid doet het weer kwaken en kwetteren. Wat een kabaal ! We wandelen tot het eerste kruispunt met een wandelpad dat de moerassen ingaat tussen twee grote vijvers. Ik kijk even op Google Maps en zie de verschillende paden in het gebied. Onderweg hebben we al plannen gemaakt om hier eens terug te komen om de omgeving in te wandelen. De campingtarieven zijn belachelijk laag, slechts 15€ per nacht, alles inbegrepen. Van bij ons thuis is het minder dan drie uur rijden, ideaal voor een midweekje… Het is halfelf als we weer aan de camper komen, nog vlug de ontbijtspullen afwassen en weg zijn we… Merville aan de Normandische kust is ons doel. Onderweg stoppen we in Oissel om te lunchen. Oissel ligt net buiten Rouen aan de Seine. De CP is net naast een park. Er staan al twee campers, maar er is nog een derde plaatsje, die we innemen voor onze stop. Terwijl ik ons een lekkere geitenkaas met spek-schotel klaarmaak, gaat Baasje even wandelen met Basiel langs de Seine. Blijkbaar is de parking rondom de camperplek een favoriete vertrekplaats voor de lokale wandelclub, die vandaag duidelijk een wandeling met gids gepland hebben. Terwijl we nog nagenieten van onze lunch, staan er rondom de camper zo’n dertigtal gepensioneerden, uitgerust met wandelstok en rugzak. We willen dit onderonsje niet verstoren, en we wachten tot om twee uur stipt de gids het teken tot vertrek geeft. Om vijf na twee rijden we de parking af. Het is halfvier als we de CP in Merville-Franceville-Plage oprijden. De weg vanuit het dorp was niet simpel. De weg die de GPS ons zegt, is onderbroken en we moeten de “déviation” volgen. De CP ligt rechts van ons, en de inrit is nogal smal, zodat we niet echt rechts durven indraaien. Even verder is er een rondpunt, we nemen het rondpunt en kunnen zo zonder problemen de CP oprijden. We staan hier alleen, maar het is nog vroeg, dus we vermoeden dat dit wel niet zo zal blijven. De Normandische landingsstranden zijn al meer dan eens een vakantiebestemming geweest, maar nu is het de eerste keer met de camper. Wij houden van de streek, rijk aan geschiedenis, mooi van natuur, gastronomisch een aards paradijs, meer moet dat niet zijn. Merville ligt aan Sword Beach, het eerste landingsstrand als men de kustroute volgt van oost naar west. Het waren de Britten die hier landden op 6 juni 1944 tijdens de operatie die de codenaam Overlord kreeg, maar waarvan de eerste dag de geschiedenis ingegaan is als D-Day, in het Frans Jour J. Als we nu de stranden bezoeken, is het moeilijk in te beelden, hoe het op die bewuste dag moet uitgezien hebben. Als je bedenkt, dat bijna 3.000.000 manschappen werden ingezet, tegenover een slordige 380.000 Duitsers. Ik vraag me meermaals af, als ik door deze streek reis, hoe het moet geweest zijn voor de burgers die hier woonden. Het ene moment is het betrekkelijk rustig, de Duitsers zijn hier wel gelegerd maar voelen zich op hun gemak, ze dachten geen moment dat de grote invasie hier ging plaatsgrijpen, en ineens barst in de vroege morgen van een regenachtige junidag de hel los. Wie herinnert zich niet, uit de film The Longest Day, het gezicht van Majoor Werner Pluskat als hij door de spleten van de bunker op Omaha Beach, de oorlogsschepen aan de horizon ziet verschijnen. Hij neemt de telefoon en probeert Berlijn op de hoogte te brengen, maar de Führer slaapt en mag niet gewekt worden. We installeren ons en trekken weer de wandelschoenen aan, ook met het vaste voornemen een terrasje te zoeken, want het weer is ronduit prachtig. De CP ligt ook achter de duinen, waardoor het er windstil is. We gaan richting het strand en zien dat er aan de achterkant van een opleidingscentrum voor kite-surfers een openbaar toilet is. We nemen een kijkje en moeten tot onze verbazing vaststellen dat het ten eerste open is en ten tweede kraaknet is. Mooi meegenomen ! We wandelen het strand op en Basiel is al meteen blij. Hij is namelijk zot van strand en zee. We lopen hier nagenoeg alleen en we laten hem even los, zodat hij goed de poten kan strekken. Langs het strand wandelen we tot de hoogte van het dorpje Merville en gaan het dorp in tot aan het eerste terras, dat jammer genoeg net sluit. Geen geluk ! Er is nog wel een terrasje, maar dat ligt in de schaduw en we willen nog van het zonnetje genieten. We krijgen ook een bakker in de gaten, die op het ogenblik dicht is, maar morgenochtend om 7 uur al terug open gaat. Dat worden croissants morgenochtend voor ontbijt. Woensdag 27 februari 2019 We hebben geslapen als twee roosjes, is nu eenmaal het effect van de zeelucht op ons. Ik stap naar het dorpje terwijl Baasje voor de koffie zorgt. We staan hier al helemaal niet meer alleen, maar hebben ondertussen drie buren gekregen. De croissants zijn immens groot en laten zich smaken. Na het ontbijt, trekken we weer maar eens de wandelschoenen aan om de duinen in te wandelen tot aan het estuarium, waar er een vogelreservaat is en waar zelfs Vauban zijn sporen heeft achtergelaten door er een fort neer te poten. We gaan op zoek. Het wandelpad is zalig. Het weertje ook, nog koud, maar het zonnetje dat er door komt, belooft ons veel goeds. Via Google Maps vinden we het fort van Vauban. We piepen even door het sleutelgat, want de deur is potdicht. Via een vogelkijkhut bereiken we de jachthaven en het estuarium van de Orne. We doorkruisen de parking van de jachthaven en wandelen via de duinen die bij hoogwater duidelijk gedeeltelijk onder water liggen en bereiken al vlug het immense grote strand. Ondertussen is het zonnetje goed beginnen geven en de jassen kunnen uit. We zijn eind februari !!! Via het strand voor Merville en via het dorp bereiken we weer de camperplaats. Onze buren hebben zetels en tafels buiten gehaald en zitten al zwaar aan de apero. We twijfelen even om hier ook nog een paar uur te blijven en van de zon te genieten, maar we beslissen een vroege lunch te nemen en koers te zetten naar onze volgende bestemming : Arromanches –les-Bains. We beslissen wel via de Batterie van Merville te rijden. Volgens de website is de batterie dicht, maar misschien kunnen we een kijkje nemen vanop de parkeerplaats. De batterie ligt echt vlakbij, binnen de tien minuten rijden we de parking op. Dit is dus best te voet te doen vanaf de CP. We zijn al direct onder de indruk van het vliegtuig dat de plaats siert. We lopen even rond en ik voel aan het hekken dat toegang geeft tot het domein : open ! Het bezoekerscentrum en de bunker zijn dicht, maar we kunnen vrij rondlopen op het terrein. Indrukwekkend is het wel. We hebben al veel batteries in de buurt bezocht, maar deze hadden we nog niet gezien. We lopen een halfuurtje rond en we vertrekken naar Arromanches. Even later rijden we over Pegasus bridge, weer een strijdtoneel uit Operatie Overlord. De aanval op de Pegasusbrug werd geleid door majoor John Howard. Hij had twee opdrachten: de Pegasusbrug veroveren en de brug over de Orne die 360 meter verderop lag. Zijn eenheid zou op D-day als eerste met de Duitsers in gevecht zijn. Voor de verovering van de twee bruggen beschikte Howard over zes pelotons van het 2e Bataljon Ox en Bucks en 30 geniesoldaten van het 249ste compagnie Royal Engineers. In totaal namen aan de aanval 181 manschappen deel inclusief de piloten. De troepen waren verdeeld over zes gesleepte Horsa zweefvliegtuigen. Het eerste steeg op 5 juni om 22:56 uur op en het laatste om 23:01 uur. Om 00:07 uur vloog het eerste toestel al boven de kust van Frankrijk. Op 1800 meter werden de sleepkabels losgegooid. Het eerste vliegtuig landde op 42 meter van de brug. Drie andere vliegtuigen landden zeer dichtbij. De bruggen moesten worden veroverd en daarna verdedigd tot aflossing zou arriveren. De inname van het geheel duurde nog geen kwartier. Verwacht werd dat de tegenstand zou bestaan uit vijftig man van het Duitse bruggengarnizoen, maar daarvan was nog niet de helft aanwezig. Het waren voornamelijk Oosteuropese huurlingen en een tiental Italiaanse dwangarbeiders die in de verbunkerde manschapsverblijven sliepen. Een kleine bunker werd onschadelijk gemaakt met fosfor- en handgranaten. Terwijl een dozijn mannen van het eerste peloton over de brug rende, werden zij onder vuur genomen met een mitrailleur. Pelotonscommandant Den Brotheridge sneuvelde voor hij de brug over was. Hij wordt gezien als de eerste geallieerde dode tijdens een gevecht op D-day. Twee bejaarde Franse burgerwachten werden gedood door Brits vuur. De eigenaar van het toenmalige café Picot, die buiten stond, werd neergeschoten door een daar schuilende Duitser. Nadat de Britten de brug veroverd hadden vonden ze bedrading voor het opblazen van de brug, er waren echter geen explosieven geplaatst. Gedurende de eerste nacht en de dag daarop waren er diverse kleinere aanvallen door Duitsers die werden afgeslagen. Rond 01:30 's nachts op D-day werd bijvoorbeeld een gepantserd halfrupsvoertuig bewapend met een kanon door sergeant Charles Thornton met een antitankwapen in brand geschoten. Waarschijnlijk was het een Duits Demag-type, maar volgens een after battle-rapport van het Glider Pilot Regiment was het een Franse half-track. Het wrak versperde op een kruising effectief de toegangsweg vanuit Caen door Bénouville naar zowel de bruggen als naar de kust. Omstreeks 01:00 uur voegden mannen van de Vijfde Parachutebrigade zich bij de troep van majoor Howard en na de middag van D-Day kwamen hier mannen van de 1e Special Service Brigade van brigadegeneraal Simon Lord Lovat langs. Het café Gondrée nabij de kanaalbrug was in deze periode de locatie waar gewonden verzorgd werden. Tijdens de brugactie vielen twee Britse doden en vijf gewonden. De mannen van de andere twee Horsa’s veroverden tegelijkertijd zonder slag of stoot de brug over de Orne. De Duitsers waren hier gevlucht. Nadat ook deze brug veroverd was werd het codebericht Ham and Jam verzonden om aan te geven dat de operatie geslaagd was. Ter ere van de Britse luchtlandingstroepen werd de brug over het kanaal van Caen vanaf zomer 1944 de Pegasusbrug genoemd. De Ornebrug werd omgedoopt tot Horsabrug We waren hier reeds met onze Engelse vrienden en nog steeds zijn we onder de indruk van deze historische plek. Het cafeetje dat gerund wordt door een kleindochter van de toenmalige eigenaar is nu gesloten, maar toen was het open en zijn we daar een koffie gaan drinken. Baasje en ik herinneren ons dat de cafébazin een uiterst onvriendelijke dame was, die alhoewel ze op vele foto’s in het café te zien is als klein meisje niet echt mededeelzaam was. Iets verder doen we boodschappen in de Intermarché en iets later rijden we de mooie CP van Arromanches op, de hoge welteverstaan, we willen genieten van zicht op zee en op de resten van de haven die werd gebouwd op pontons ten tijde van D-Day. De Mulberryhaven van Arromanches-les-Bains was een van de twee Mulberryhavens die in 1944 na de landing in Normandië werden aangelegd. Deze haven bij Arromanches-les-Bains was nodig om na de invasie de geallieerde troepen te kunnen blijven bevoorraden en groot materieel aan land te kunnen brengen. Hiervoor was het nodig dat schepen met een grote diepgang konden aanmeren. De bestaande zeehavens in Normandië waren moeilijk in te nemen en zouden naar verwachting ook door de Duitsers onklaar worden gemaakt. Met de aanleg van de tijdelijke haven werd op 7 juni 1944 gestart door het tot zinken brengen van oude oorlogs- en vrachtschepen (de z.g. Blockships waaronder de Nederlandse kruiser Sumatra). Op deze wijze ontstond een golfbreker met een totale lengte van ca. 7 km. Hierop volgend werden aan de zeezijde achter de gezonken schepen, zogenaamde Phoenix-caissons tot zinken gebracht. Deze caissons waren in het geheim vooraf al in Engeland vervaardigd en elk voorzien van een kanondek met Bofors-luchtafweergeschutgeschutskoepel. In de luwte van de golfbreker werden, uit stalen pontons opgebouwde, drijvende loskaden aangelegd (de 'Whale' of 'Lobnitz-pieren'), die via drijvende bruggen verbinding kregen met de stranden van Arromanches. Deze rechthoekige pontons van beton en staal waren op vier hoeken voorzien van 30 meter lange, beweegbare steunpilaren. Door middel van deze steunpilaren konden de pontons de getijdebewegingen volgen en kon onafhankelijk van het getij ononderbroken worden gelost. Om de loscapaciteit van de pontons te vergroten werden betonnen pontons als een soort tussenkaden, tussen de verankerde (hoofd-)kade pontons geplaatst. De lospontons werden door middel van drijvende pieren verbonden met het vasteland. De genie had alles nauwkeurig voorbereid en zorgde dat bij de bouw van de haven ook goede afvoerwegen werden aangelegd richting het achterland. De haven functioneerde goed maar werd na enkele dagen (19 juni 1944) geteisterd door een zware voorjaarsstorm welke drie dagen aanhield. Hier waren de Mulburryhavens niet op berekend. Bij de haven van Arromanches was de schade te herstellen waardoor deze een belangrijke bijdrage heeft kunnen leveren bij de bevoorrading van de manschappen.
We wandelen via de “cinema” het dorpje in en vinden eindelijk een terrasje na even rondgekuierd te hebben in het dorp. Ik loop ook het toeristisch bureau binnen, want ik heb mijn collega beloofd enkele folders mee te nemen, vermits haar zoon met zijn grootouders ook de streek wil bezoeken in de zomervakantie.
We staan hier lang niet alleen bovenop de klip en het uitzicht is inderdaad prachtig. Het ziet er echter naar uit dat dit de laatste dag mooi weer wordt, donkere wolken pakken zich samen boven zee en drijven onze kant uit. Het was een vermoeiende dag en als we om tien uur onder de wol gaan, laat Klaas Vaak niet lang op zich wachten.