|
Mei-Juni 2017 - Reis naar Slovenië Dag 1 - Gent - Spirkelbach We vertrekken rond 10.00. Het oorspronkelijke plan was om voor dag en dauw te vertrekken, maar het communiefeestje van onze oudste kleinzoon heeft er voor gezorgd dat het toch wat later werd. Een saaie rit langs Belgische autostrades brengt ons via Luxemburg naar Duitsland. We waren al blij dat er geen file was onderweg. De maag begint te knorren en we zoeken een picknickplaatsje en ja, net voorbij Dispach (LU) vinden we een pareltje. Ik maak in de camper voor ons twee een koud schoteltje klaar, maar als ik even buitenkijk, zie ik dat er een auto is gestopt en dat er twee mensen "ons" tafeltje hebben ingenomen. Geen nood, rechtstaand, de borden vasthoudend rijden we een 50 meter verder naar het volgende tafeltje. In Bettembourg blijkt onze tankplaats waar we vroeger altijd tankten, toen we naar het zuiden reden, verbouwd wordt. Er is gelukkig een Aral station vlakbij. Bij het uitrijden van Bettembourg zien we dat aan het immens winkelcentrum gebouwd van de keten "Cactus" ! Dat moeten we onthouden. We rijden via Saarbrücken (vermijden wijselijk de Umweltzone) de streek Rheinland-Pfalz in. Het valt ons meteen op hoe groen het hier is. Eigenlijk niet zo ver van huis, een idee voor een lang weekend. In Spirkelbach kunnen we de camperplaats niet missen, het staat zo goed aangegeven. Als we er aan komen, blijkt de camperplaats echter afgesloten met een slagboom. Er staat een nummer op een bord dat men moet bellen om open te maken. Even mijn beste Duits bovenhalen ! De beheerder blijkt zich in Stuttgart te bevinden op het ogenblik, maar, zegt hij, de slagboom lijkt alleen maar vast ! Inderdaad, we kunnen ons installeren en hij belooft 's avonds nog langs te komen om te innen. De camperplaats is top. Zelfs bij slecht weer kan men onder een afdak zitten. De toiletten zijn redelijk proper. We warmen onze bolognese saus op en koken de spaghetti - vaste prik op de eerste dag van de reis - en we eten buiten op de picknickbanken die misschien wel wat aan vernieuwing toe zijn. Als we net ons avondmaal achter de kiezen hebben, vergezeld van een glaasje wijn, zien we een man de camperplaats op komen. Hij stelt zich voor als Rainer, de beheerder van de camperplaats. Hij vertelde dat hij vanuit Wenen gekomen was, met de trein. Hij was verrukt over de stad Wenen, hij en zijn vrouw hadden in openlucht een concert meegemaakt, ze hadden de wereldberoemde Sachertorte geproefd... Hij vraagt of we het dorpje Spirkelbach al bezocht hebben, we moeten zeker eens bij de kruidenier gaan. Deze wordt gerund door een dame van 92, die nog alles zelf doet en alles nog uitrekent op een papiertje. We rekenen af : 15 € voor 1 nacht all-in (elektriciteit, water, toiletgebruik). We zijn wat moe en beslissen een wandeling rond het dorp voor morgen te houden. Basiel echt uitlaten hoeft ook niet, want we zijn helemaal alleen op de camperplaats en het ziet er naar uit dat dit ook zo gaat blijven. Dag 2 - Spirkelbach-Weilenheim We hebben geslapen als twee roosjes, sorry, drie roosjes. Het was hier zo stil vannacht ! Na het ontbijt - wij eten altijd vers fruit en yoghurt als ontbijt, dus een zoektocht naar brood 's morgens hoeft bij ons niet - besluiten we het dorpje te bezoeken. Het is een mooi, klein, vooral rustig dorp met nog hele mooie vakwerkhuizen. Een Engelse vriendin van ons noemt ze "black and white houses". In het dorp staat een infobord met de verschillende wandelingen in de buurt, variërend van een paar tot twintig kilometer. Hier komen we zeker nog terug voor enkele wandeldagen. We moeten dan wel proviand meenemen, want mevrouw de kruidenier - en inderdaad, op een stukje papier schrijft ze haar berekening voor zes broodjes -verkoopt enkel "brot und wurst". We kopen broodjes voor 's middags, toespijs hebben we nog mee van thuis. We zetten onze weg verder door het Zuiden van Duitsland. We verlaten al gauw de snelweg, want aan 90 km per uur, terwijl de Mercedessen, BMW's en andere zware auto's ons aan tegen de 200 km/uur voorbijrazen, daar vinden we niets aan, liever de gewone wegen. Al snel rijden we Beieren binnen. Echter in Ulm wil de GPS ons telkens weer door het stadscentrum laten rijden, maar we kunnen niet vanwege de Umweltzone, we volgen de pijlen van de "Umfahrt", zodat we in een wijde bocht rond Ulm rijden. We zien de industrie rondom de stad, en vragen ons toch af wat het nut is van een Umweltzone. We zien er echt de logica niet van in. We rijden richting Bayerische Alpen. Onderweg zien we verschillende stalletjes met "erdbeeren und spargel". Als echte Belg moeten we toch eens de Duitse versie proeven van de asperges. Basiels baasje is vooral benieuwd of de "kopkes" ook zo vol van smaak zijn. Oké ! We stoppen om een driekwart kilo asperges, ik betaal bijna 8 €, de prijs valt alleszins mee. We moeten er trouwens van profiteren, want tegen dat we weer thuis zijn, is het aspergeseizoen onherroepelijk gedaan. We belanden in Weilenheim, dit ligt nog in redelijk plat gebied, maar in de verte zien we de besneeuwde toppen van de Alpen. De camperplaats is aan de rand van de stad. 6 € voor een nacht zonder elektriciteit of water (bij te betalen). De automaat geeft niet terug en ik heb toch wel juist 6 € in munten zitten, zeker ! De camperplaats ligt aan een groot park/wandelbos/sportterrein. Er staan best wel veel campers. We kunnen natuurlijk niet overal moederziel alleen staan. We wandelen het historisch stadsgedeelte van de stad in, is eigenlijk vlakbij, merken we vlug. Alhoewel ik eten voor deze avond in huis heb, besluiten we, na een terrasje, te gaan uiteten. Onze keuze valt op een Italiaan, La Ruota. We kunnen buiten op het terras eten, en vermits we de eerste gasten zijn, kiezen we voor een plaats in een hoekje waar Basiel languit kan liggen, zonder dat hij iemand hindert. Baasje gaat voor een Quatro Fromaggi-pizza en ik probeer de lasagne. Ik heb er al veel betere gegeten, maar toch, het smaakt. Het is een prachtige zomeravond en we wandelen terug naar de camper ! Het was een vermoeiende dag en al om 22.00u kruipen we onder de wol. Een half uurtje later worden we opgeschrikt door luide knallen. Vuurwerk ! Vanuit onze camper zien we vuurwerkboeketten de lucht ingestuurd worden. Dag 3 - Weilenheim - Berchtesgaden. Weer zalig geslapen en om halfacht klaarwakker. Vandaag staat ons een eerder korte rit te wachten, dus we hebben tijd. We gaan in het stadje brood halen voor vanmiddag en maken ons klaar om te vertrekken. Iets voor tienen zetten we koers naar Berchtesgaden. Wat een mooie rit ! Beetje bij beetje rijden we de Duitse Alpen binnen. Aan de Chiemsee in Seebrück houden we halt voor een middagpauze. We vinden er een parking - overnachten niet toegelaten - aan 2 € voor 4 uur, ideaal ! We lunchen uitgebreid. Onderweg naar hier eventjes gestopt bij een supermarkt en een fles halbtrocken op de kop getikt. Vermits we nog van plan zijn hier nog enkele uurtjes te blijven, trakteren we onszelf op een fris glaasje witte wijn. We steken de nogal drukke weg over naast de parkingplaats en nemen een pad langs het water. Onderweg zien we verschillende doorsteekjes naar kleine strandjes. Basiel kan bijna niet wachten. Hij neemt enkele frisse duiken in de Chiemsee ! Het doet deugd, want het is best warm. Op het wandel/fietspad komen we heel veel fietsers tegen. Het moet zalig zijn het meer te kunnen rondfietsen. Op een infobord zien we dat dit inderdaad kan, over speciaal aangelegde fietspaden. Kort voor onze parkeerticket verloopt, zetten we onze reis verder. Het landschap wordt alsmaar mooier. We hebben een camperplaats in de gids gevonden op 5 km van Berchtesgaden in Oberau. Daar willen we heen. Onderweg, net voorbij Berchtesgaden, zien we in de hoogte het Kehlsteinhaus, het theehuis van Hitler. Daarvoor komen we eigenlijk naar hier. Het uitzicht van daarboven blijkt adembenemend te zijn. Het Kehlsteinhaus was een verjaardagscadeau voor Hitler in 1938, van zijn secretaris, Martin Bormann. De bouw van het theehuis en het aanleggen van de weg er naar toe, heeft slechts een zestal maand in beslag genomen. Pure slavenarbeid, dus ! Om boven te komen, moet men eerst een 214 meter lang tunnel door om dan met een lift weer 214 meter naar boven te geraken. Vermits de Führer claustrofobisch was, had Bormann gedacht de claustrofobie te kunnen beperken door de lift rondom rond met rood koper te beslaan zodat men een spiegeleffect krijgt. Veel heeft het niet geholpen : Hitler is tot aan zijn dood, maar enkele keren naar boven geweest om een theetje te gaan drinken. De plannen om het Kehlsteinhaus plat te bombarderen, zoals de geallieerden gedaan hebben met de villa op de Obersalzberg, zijn gelukkig niet doorgegaan, zodat de toeristen nu kunnen genieten van een adembenemend uitzicht over de Alpen. We zien één van de wegen naar boven : 24% !!!! Daar kan ons oudje niet op, zegt Baasje. Een beetje verder is er een minder steile versie. Het is nu echter nog te laat om naar boven te rijden. De laatste busrit naar boven is om 16.50u, het is nu al vier uur, dus we besluiten het bezoek voor morgen te houden. In Oberau vinden we al snel de camperplaats. Wat een supermooie plaats ! Het uitzicht van hier is al adembenemend. Er zijn toiletten en op een bordje staat dat de eigenaars om 19.00u komen om af te rekenen. Alhoewel de zon nog volop schijnt, horen we in de verte donderen. Er komen meerdere campers toe. We raken aan de praat met Duitsers uit Paderborn en wisselen ervaringen uit. Ze hebben ook een hond mee, een soort kruising van een labrador en een Duitse staander. Ze hebben hem geadopteerd en hem zo gered van een gewisse dood : hij moest worden afgemaakt, omdat hij niet voldeed als jachthond. Hij was blijkbaar te schichtig. En ja, er klinkt ineens dichterbij een donderslag en hup, als een pijl uit een boog schiet hij de camper in. "Siehst du ?", zegt zijn vrouwtje. Opeens komen er van over de bergen meer en meer donkere wolken opzetten. We hebben nog net de tijd om de luifel in te draaien en de stoelen binnen te zetten. Even later breekt er een kletterend onweer uit. Even na zevenen houdt het eventjes op, wat mij de tijd geeft naar het bureautje te hollen om te betalen : 12 € all-in. De eigenares is een bron aan informatie over de streek en ze geeft ons de raad een bezoek aan het Kehlsteinhaus maar te doen als het huis vanuit het dal te zien is, anders is het weggegooid geld ! We zien morgen wel. Het is eigenlijk nog vroeg op de avond, maar het onweer heeft het enorm donker gemaakt. Terwijl het water met bakken over onze camper wordt uitgegooid, gaan we slapen. Basiel ligt al lang in hondendromenwereld. Wat kan het hem schelen dat het onweert. Dag 4 - Berchtesgaden We staan vroeg op, het is pas halfacht. De wolken hangen laag in het dal en het Kehlsteinhaus is helemaal niet te zien. Als dit niet betert, zullen we een bezoek moeten uitstellen tot een volgende reis. We stappen naar het kleine dorpje Oberau. Beneden zien we een bushalte. Ik kijk op de rijschema en wat blijkt, binnen twee minuten komt er een bus aan naar Berchtesgaden. Waarom niet ? En inderdaad, ik heb nog maar net mijn portemonnee uit de rugzak gehaald en daar is hij al ! Basiel kan "selbstverständlich" mee, gratis voor niets. Voor ons echter is het 6,20€, einzelfahrt, nein, nicht hin und zurück ! Amai, niet echt goedkoop ! Maar toch, de bus brengt ons tot in het centrum van de stad. We vinden in het toeristenbureau een plannetje van de stad met een rondgang die ons langs de bekendste huizen van de stad voert. Als lunch kopen we bij de bakker enkele kaffeekuchen. Dan zien we op de rotsen boven de stad een plankenpad. Daar moeten we naartoe. Na een stevige klim door de straatjes van het oude Berchtesgaden, vinden we het begin. Is me dat leuk wandelen ! Onderweg een bankje, yep, tijd voor onze koeken. Ze zijn enorm, mijn ogen waren, zoals gewoonlijk, weer veel groter dan mijn buik. Op het einde van het wandelpad ontmoeten we een man die op wandel is met zijn Berner Sennenhond. Hij is nog net geen jaar en enorm speels. We laten onze Basiel even los en algauw spelen ze samen. Leuk ! Het pad voert ons verder naar een kapel van waaruit je een mooi uitzicht hebt over de stad. Maar wat we nu nodig hebben, is een frisse pint. Op naar beneden om een biergarten te zoeken. De biergarten is meteen ook een brouwerij en we bestellen ons twee halve liters, de meisjes en jongens die bedienen zijn gekleed in de typische trachtenkostuum van de streek. In een trachtenboetiek in de stad zagen we eerder een lederhose compleet met borduurwerk en al : 230 €. Een dure short ! We lopen nog wat rond in het stadje en ontdekken een tankstation, waar ze het fameuze vignet verkopen om door Oostenrijk te rijden. We kunnen het evengoed nu kopen : 8.90€ ! Als je het in België online bij de VAB bestelt, is het 13.90€ voor niet-leden. Ik laat het gaatje prikken op morgen, onze vertrekdag. Even nog een paar boodschappen in de plaatselijke Lidl en een drogisterij, een soort Kruidvat. Mijn zonnemelk is bijna op. Ik ben aangenaam verrast over de prijs, je moet echt zoeken om iets te vinden boven de 10€. Ik koop een grote fles met beschermingsfactor 30 en betaal 2.49€ ! Goed om weten. Het is pas twee uur als we de bus terugnemen. We hebben wel zin in een rustige middag op de camperplaats. Het zonnetje is ondertussen doorgebroken in het dal, maar het Kehlsteinhaus is nog altijd niet te zien. We besluiten het morgen nog een kans te geven, zo niet rijden we morgenochtend al door naar Slovenië. We laten de luifel zakken en installeren ons in onze gemakkelijkste stoelen met onze lectuur. Dolce far niente, met andere woorden ! Ditmaal kunnen we wel buiten eten en ik heb nog de asperges, remember ! Een nieuw patatje, een zacht gekookt eitje, twee sneden beenhesp en de asperges : het perfecte huwelijk ! Daar nog bij een Rieslingske en onze dag kan niet meer stuk. Baasje zegt met een zucht : "Amai, dat was lekker ! Maar... onze Belgische asperges zijn toch beter !" Een echte patriot, Basiels baasje ! Later op de avond, net voor bedtijd, worden we weer verrast op een kletterend bergonweer. We beginnen het gewoon te worden. Dag 5 - Berchtesgaden-Gozd Martuljek Weer opgestaan om halfacht. Verdorie, het theehuis zit weer in de wolken. Niets aan te doen, op naar Slovenië. De GPS doet heel raar, ze wil ons naar Scheffau sturen, via een smalle weg. We denken, dit doet ze om een stuk weg af te snijden, we negeren haar en volgen de hoofdweg richting Salzburg. Maar, neen, ze blijft zagen. Grrrrr ! We besluiten haar toch te volgen, er zal wel een reden zijn. Ze leidt ons door een prachtig alpenweidelandschap. We verwachten alle momenten de Teletubbies te zien. Via kleine, smalle weggetjes - kunnen wij hier wel door ? - komen we Oostenrijk binnen en zie, we komen uit een stuk voorbij Salzburg. Dank u, GPSje, en sorry dat we je niet geloofden. De hamvraag van de dag ! Wat doen we ? Gebruiken we ons vignet, dat we ondertussen mooi op de voorziene plaats geplakt hebben, of vermijden we de snelwegen en rijden we à la touriste naar ons bestemming ? We kiezen voor het laatste. Het wordt een mooie rit, op een staatsbaan (B125 en B99) die eigenlijk parallel loopt met de snelweg. Hier en daar bergpasje, onder andere de Katschberg. 15% ? Moet kunnen ! We gaan brood halen in een supermarkt en ik zie echte Wiener würstchen ! Jammie ! Met een tube mosterd en een pot echte Gurken wordt dat lekker deze middag ! We zijn per slot van rekening in Oostenrijk ! We lunchen op een mooie picknickplaats in de streek Salzburger Lungau met jammer genoeg overvolle vuilbakken, waardoor het niet mogelijk is van de picknicktafel en banken gebruik te maken. Het vuil ligt tot onder de tafel. Dan maar binnen ! Het uitzicht over het dorpje St. Margarethen vanuit onze venster is een postkaart waardig. De grens met Slovenië komt dichterbij. Eerst nog de Würzenpas over, want de Karawankentunnel is ons een beetje te duur. De steilste stukken van de pas zijn 18% ! Ons campertje kreunt en steunt, maar geeft niet op ! Ook bergaf is geen sinecure, gelukkig is Baasje een goed chauffeur en ik kan zonder angst genieten van de prachtige vergezichten die deze route te bieden heeft. Eindelijk ! De grens met Slovenië ! We zijn benieuwd ! Als doorwinterde Frankrijk-, Spanje- en Portugalreizigers verkennen we nu voor ons onbekend gebied. Ik ben vloeiend meertalig en sprak tot nog toe telkens de taal van het land waar ik doorreisde. Maar nu is het andere koek, ik ken geen jota Sloveens. Dat wordt voor mij dus heel moeilijk, want ik ben nogal een tettertrien en maakt graag contact met de plaatselijke bevolking. We rijden het land binnen en stoppen aan de taxfree-shop aan de grens. Ik laat me meteen een shopping card aansmeren die me korting geeft op twee immense stukken Milka-chocolade ! Een zoete zonde ! Ik vraag een landkaart van Slovenië, want eerder op de dag zijn we er achter gekomen dat onze GPS maar geüpdatet is voor West-Europa ! In de reisgids die ik meeheb, zit er een piepklein kaartje met enkele hoofdwegen. De vriendelijke Sloveen zegt me in vloeiend Engels dat ik die in Kransjka Gora kan kopen. Oef, geen taalbarrière ! We rijden Slovenië binnen ! Coup de foudre ! Het is liefde op het eerste gezicht. Prachtige dorpjes met mooie witte huizen in een landschap van het mooiste groen, omringd door enorme bergtoppen met hier en daar nog een beetje sneeuw ! We letten er op de lichten aan te steken, want dit is verplicht in Slovenië. Gelukkig geeft onze camper een alarm dat de lichten nog aan zijn als we uitstappen, anders zouden we deze reis menigmaal met platte batterij gestaan hebben. De camperplaats echter in Kransjka Gora valt dik tegen. Vlakbij een drukke weg, naast een houtzagerij, met als enig sanitair een vuile, plastieken WC. Als regelmatig bezoeker van de Gentse feesten, weten we dat deze ondingen allesbehalve hygiënisch kunnen genoemd worden. En dat voor 15€ !! No way, José ! In de ACSI gids vind ik een camping van 19€ in Gozd Martuljek. Daar gaan we heen. Onderweg vinden we een tankstation waar ik eindelijk aan een kaart van Slovenië geraak. De camping Spik, genaamd naar de hoogste berg van het Martuljek massief, waar de camping uitzicht op biedt, is ronduit fantastisch ! Mooie, grote plaatsen, met of zonder schaduw. In de gebouwen van het sanitair kan je gewoon van de grond eten, zo proper ! Bij het inchecken worden we prompt uitgenodigd - weer in het vloeiend Engels - voor een barbecue de volgende dag. Er is een bijeenkomst van vouwcaravans en dat moet daar blijkbaar gevierd worden. We bedanken hem voor de uitnodiging en denken, we zien nog wel. De eigenaar wijst er ons op dat de watervallen van Martuljek eigenlijk vlakbij zijn. Er zijn drie stages, dus drie opeenvolgende watervallen. De eerste twee via een wandelpad de laatste via een ramp met koorden. Oeps ! Dat zal al niet voor mij zijn, vrees ik. Morgen trekken we erheen ! We brengen nog een rustige middag en avond door op de camping. Dag 6 - Gozd Martuljek Opgestaan om acht uur. We kunnen buiten ontbijten, want het weer is zalig. We nemen een uitgebreide douche en gaan het dorpje verkennen. Via een wandelpad is het amper 10 minuten stappen. Er is echter op een pizzeria na niets, geen supermarkt, zelfs geen winkeltje. We zijn wel verwonderd over de prachtige fietspaden die hier zijn. Weg van de hoofdweg door de bossen, prachtig gewoon. We hebben afbakbroodjes mee van thuis, dus het wordt tijd dat we de Omniapan eens proberen. Dat lukt wonderwel ! De broodjes zijn knapperig en we merken geen verschil met thuis in de oven. Na een korte siësta, beginnen we aan onze wandeling naar de watervallen. Een mooi wandelpad leidt ons richting het Martuljek massief dat om de andere bocht enkel maar mooier wordt. We bereiken langs enkele houten paadjes een strandje waar er zich iemand heeft beziggehouden met steentjes op elkaar te stapelen. Het geeft een raar beeld. Onze Basiel ziet het water en in zijn enthousiasme gooit hij enkele torentjes om. We zetten onze weg verder en horen al de eerste waterval ruisen. Bij het begin van de tweede waterval moet ik echter forfait geven. Ik kan ze nog net bewonderen maar het pad hogerop is mij iets te avontuurlijk. Er op geraken zou misschien nog wel gaan, maar terug zou een ander paar mouwen kunnen zijn. We staan wel vol bewondering te kijken naar zoveel natuurschoon. In het terugkeren gaan we toch even de voetjes in het water steken aan het strandje met de stenentorentjes. Het water is ijskoud ! Zo koud dat het pijn doet. We keren terug langs het dorp en gaan iets drinken in de pizzeria. Wat zien we ? Het postkantoor is ook een mini-supermarktje. Open op zaterdag, dus morgen kom ik brood halen, want Baasje heeft wel eens zin in een boterham met confituur morgenvroeg. Ik ga naar de receptie van de camping en vraag waar ik kan betalen voor de barbecue van deze avond. Ik hoef niet te betalen want we zijn uitgenodigd. Een paar uur later schuiven we aan bij het buffet met cevapcici (worstjes) en spieringkoteletjes vergezeld van groentjes en een hele lekkere aardappelsalade. Bier tappen kunnen we zelf. Jammer genoeg breekt na een uurtje een stortbui los en moet iedereen wegvluchten. Jammer, ik had graag wat met enkele Slovenen gepraat. Dag 7 - Gozd Martuljek - Bohinja Bristica We staan vroeg op, want er staat een bezoek aan de Vintgar kloof op het programma, gevolgd door Bled en het meer van Bohinj, voor we een slaapplaats zoeken. Drukke dag ! Ik stap eerst nog naar de mini-market in het dorp terwijl Baasje voor de koffie zorgt. Het is een prachtig wandelpad langs de rivier, het zonnetje schijnt al volop en ik geniet. Voor mij loopt er een dametje met een rugzak, korte broek en sportschoenen. Ik geef een tandje bij en haal haar in, terwijl ik me omdraai en vriendelijk "dober dan" zeg. Ik schrik wel even, het dametje blijkt hoogbejaard te zijn. Het doet me glimlachen. In het winkeltje bekijk ik de producten en probeer de namen te lezen en te herkennen. Ik heb echter geen voeling met deze taal en dat frustreert me. Een Duitse dame probeert aan de piepjonge winkeljuffrouw uit te leggen dat ze maar "eine Tüte will, weil sie mit dem Fahrrad ist." Het arme kind hoort het in Ljubljana donderen. Ik zie een brood achter de toonbank op het rek liggen dat mij wel aanstaat, wel wat groot, maar donkerbruin van korst. Als ik aan beurt ben, wijs ik naar het brood en vraag in het Duits en daarna in het Engels of het kan gesneden worden. Het is het meisje haar dag echt niet... Gelukkig komt er hulp van achter mij. Het dametje van daarnet blijkt buiten het feit dat ze sportief is, ook nog vloeiend Duits te spreken. Neen, het brood kan niet gesneden worden. Dan moet Baasje maar zijn kunsten met het broodmes tonen.... Ik ga na het ontbijt afrekenen bij het immer vriendelijke, vloeiend Engels sprekende meisje van de receptie. Blijkt dat er bovenop de ACSI korting toch nog dik 5€ allerlei administratie- en belastingskosten bijkomen. Dezelfde Duitse dame van "die Tüte" is hierover helemaal ontstemd en doet luid haar beklag. Ik betaal en beloof stellig dat we hier zeker nog terugkomen. We zetten koers naar de fameuze kloof, een must see volgens alle mogelijke reisgidsen. Ik ben blij dat ik nog eens de kaart mag lezen, zoals vroeger. De dame van de GPS en ik, vriendinnen zullen we nooit worden. We passeren de toch wel grote stad Jesenice die als het ware geklemd ligt tussen twee bergen, waardoor de stad lang maar smal blijft. We zien een grote Mercatorsupermarkt en houden halt voor boodschappen. Een steakje vanavond zou er wel ingaan en we kijken ook voor eten voor morgenavond. De slager snijdt ons een grote entrecote af en we beginnen al te watertanden. In de koeltoog met vlees zien we verschillende cevapcici liggen. We vonden die wel lekker en besluiten er te kopen voor morgen. Maar er liggen zoveel verschillende soorten en ik probeer te ontcijferen van welke vlees ze gemaakt zijn. Wij lusten namelijk geen kippengehakt. Een Sloveense dame spreekt ons aan en vraagt of ze kan helpen. Ze neemt prompt de worstjes uit mijn handen en stopt een schaaltje mini-hamburgertjes in. "This is much better", zegt ze, "There is cheese in it". Ik kijk naar de prijs : 2.39€ en er zitten er 10 in, het geheel weegt zo'n 400 gr. Ook voor de prachtige entrecote betaal ik maar iets meer dat 7€. Slovenië bevalt me meer en meer. Algauw zien we pijlen naar Vintgar. We hebben er wel geen rekening mee gehouden dat het vandaag zaterdag is. De parking staat tjokvol met Italianen, Hongaren en Oostenrijkers, drie van de vier buurlanden van Slovenië. Kroaten zien we niet. We vragen ons af of de wrevel tussen beide naties nog altijd aanwezig is. Naast de camper stop een autootje met vier jonge vrouwen, die onmiddellijk in katzwijm vallen voor onze Basiel. Die gaat natuurlijk op zijn rug liggen om zijn buik te laten strelen. Oe, aa, oh ! De kreetjes zijn aandoenlijk. Onze charmeur ! Ik kijk even naar het Baasje, speur ik daar een beetje jaloezie ? We betalen aan de kassa 10€ entree voor ons twee. De wandeling leidt ons langs houten paadjes dieper en dieper de kloof in. De paadjes zijn vastgemaakt aan de rotsen en niet echt breed. Tegenliggers met honden zijn voor Basiel een uitdaging, want hij wil met elke hond kennismaken. Maar Italiaanse hondenliefhebbers zijn nog slechter. Tegen dat we de 1600 m van de kloof hebben afgelegd, staat Basiel op maar liefst drie vakantiekiekjes. Het natuurschoon rondom ons is schitterend. Ik lees in de folder : de kloof werd in 1890 per toeval ontdekt door de plaatselijke burgemeester en een cartograaf/natuurvorser uit Bled. Reeds in 1893 werd het opengesteld voor publiek. Op het einde van kloof is er weer een kassa aan de waterval - "slap" in het Sloveens -, blijkbaar kan je langs twee kanten vertrekken. Het is ons niet echt duidelijk of we langs een andere weg terug naar ons startpunt kunnen, dus nemen we maar dezelfde weg terug. Als we terug zijn aan de camper, is het lunchtijd. Na de lunch rijden we richting Bled. Zodra we de stad binnenrijden, zien we de drukte. Overal staan bussen met dagjestoeristen geparkeerd. Op de esplanade langs het meer lopen er tientallen toeristen. Hier geraken we onze camper niet direct kwijt en de drukte staat ons ook niet echt aan. We rijden verder naar het meer van Bohinj, waarvan we hopen dat het iets minder druk is. Onderweg passeren we Bohinja Bistrica, waar er een camping is met ACSI korting en waar we willen overnachten. Ziet er goed uit ! Inderdaad, het meer is een stuk minder druk. We parkeren op één van de parkings langs het meer. Wel betalend ! Ik kijk naar het tarief en lees dat we hier voor 1.5€ (het maximum tarief) twee uur kunnen staan. Perfect ! Dat geeft ons de tijd om een wandeling te doen en Basiel even te laten zwemmen. Ik had gelezen dat het mocht in het meer van Bohinj, maar niet in dat van Bled. Maar het ding slikt mijn anderhalve euro in, en geeft me een ticketje voor 20 minuten. Slecht werkende parkeermeters, een universeel probleem blijkbaar. Het meer zelf is prachtig, omgeven door dennenbossen en hoge toppen. We zijn ondertussen in het enige natuurpark dat Slovenië rijk is : het Triglavski narodni park, opgericht in 1961. Centraal ligt de Triglav, Slovenië 's hoogste top, 2864 m ! Het is ook hun grootste trots : zijn silhouet met drie spitsen siert ook hun nationale vlag. We maken toch van de 20 minuten gebruik om Basiel eens goed te laten zwemmen. Daarna rijden we naar de camping ! Een hele grote camping met weinig schaduw, maar geeft niets. We draaien de luifel uit en installeren ons met een drankje en onze e-reader. Rond vijf uur besluiten een rondje rond het dorpje te wandelen. Mooi en vooral rustig ! We hebben wel de indruk dat het dorp het vooral van het wintertoerisme moet hebben. Sportwinkels met ski-outfits en toebehoren, ski-schooltjes die natuurlijk nu dicht zijn. We zien een tearoom die reclame maakt voor zijn artisanaal ijs. Lekker ! Op de camping, na het obligate aperitiefje, bakken we 's avonds onze entrecote ! Ons Le creuset-pannetje dat ons overal vergezelt, doet weer fantastisch zijn werk. Het vlees is mals en sappig ! De drukke dag, het lekkere eten of misschien de grote hoogte waarop we hier zitten, doen ons om tien uur al onder de wol kruipen. Of zou het de fles Sloveense refosco (hun rode wijn) zijn ? Dag 8 - Bohinjska Bistrica-Kobarid Ik ga de rekening betalen en betaal deze keer enkel maar toeristentaks extra. Raar ! We willen niet de hele weg weer terug naar Bled rijden om via de grote nationale weg naar Kobarid te rijden en kiezen voor de route door de bergen. In het dorp zien we de pijl naar Tolmin en we slaan af. Wat een weg ! Kronkelen, versmallen, stijgen, dalen ! Ik krijg medelijden met ons campertje. Ze ziet af ! Blijkbaar is de route geliefd bij motards, want de ene bende na de andere passeert ons of komt ons tegemoet. Wel een beetje bangelijk ! Volgens de kaart moeten we in het dorp Zg. Sorica naar rechts, maar dat lukt niet, de weg blijkt volledig afgesloten te zijn. We volgen de gele pijl met een woord waarvan we hopen dat het "omleiding" wil zeggen. Daar gaan we weer ! Kronkelen, enz. ! Uiteindelijk bereiken we de hoofdweg en rijden even later de Soca-vallei (er hoort een dakje op de c, en het wordt Sotsja uitgesproken) binnen. Een paar weken voor we hierheen kwamen, zagen we een documentaire waarin over deze vallei gesproken werd. De Soca heeft inderdaad een rare kleur. Men noemt het turquoise, maar wij gaan voor appelblauwzeegroen. Op een parking aan de rivier staat een kraampje, waar een jongeman kersen verkoopt. 5 € de kilo !! Ik koop een kilootje en daarbij ook nog een pot artisanale honing van 900 gr. Het valt ons weer op hoe vriendelijk iedereen is. Hij is onmiddellijk geïnteresseerd in waar wij vandaan komen. En weer in vloeiend Engels ! Lunchtijd ! We laten het ons smaken en met de kersen als dessert ! We lopen langs een mooi wandelpad naar de rivier waar Basiel onmiddellijk een duik neemt. We zetten de weg verder naar Kobarid en komen daar rond twee uur aan. De camping Koren is een ecologische camping met een aantal stacaravans en veel campers. Hogerop is er nog een veld met kleine tentjes. Een echte backpackerscamping dus ! Weer met een ACSI korting ! De jonge vrouw van de receptie zegt ons meteen dat als we de Slap Kozjak - de bekende waterval hier - willen bezoeken, we dit nog deze middag moeten doen, want ze verwachten slecht weer vanavond en zeker morgen. Dat laten we ons geen twee keer zeggen. We installeren ons op onze plaats, trekken onze wandelschoenen aan en vertrekken. Als je Kobarid en zijn Kozjak-waterval bezoekt, loop je eigenlijk een beetje in de voetsporen van de Nobelprijswinnaar Ernest Hemingway. Hij verbleef hier een tijdje in de Eerste Wereldoorlog en deed hier inspiratie op voor zijn semi-biografisch boek "Farewell to arms". De Eerste Wereldoorlog is inderdaad vooral bekend om zijn veldslagen rondom Ieper, de Somme en Verdun, maar ook het Isonzofront (Isonzo is de Italiaanse benaming voor de rivier Soca) was een plaats waar heel hard gevochten werd. De veldslag op dit front begon in 1915 en duurde 30 maanden, met 12 offensieven, die globaal zo'n 1,2 miljoen slachtoffers eisten. Later op deze reis ontmoet ik iemand die het boek gelezen heeft voor ze op reis vertrok. Het blijkt dat als je het boek gelezen hebt, je hele stukken langs het wandelpad naar de waterval uit het boek tegenkomt. Het pad eindigt op een houten paadje een tweetal meter boven de grond zonder ballustrade. No way, José ! Baasje is moediger dan ik en waagt hem op het, in mijn ogen, gammele ding. Daarna ligt de eigenlijk Kozjak-waterval. Ik zal ze wel op de foto's zien. We keren terug via een andere weg die ons aangeraden is door Nederlanders op de camping. Daarvoor moeten we over een hangbrug. De Geierlay in de Moezelstreek ligt nog altijd vers in mijn geheugen van een eerdere reis, en ik steek met trillende knietjes over. Als een paar jongeren de brug wat doen schommelen, gaan mijn knietjes nog heviger te keer. Beneden in de rivier zijn er wildwaterkajakkers die de rivier afvaren. Dat zijn zo van die momenten dat je wenst dat je een dertig jaar jonger was. Ondertussen zijn er donkere wolken komen opzetten en we menen in de verte toch al enkele donderslagen te horen. Als we terugkomen op de camping, staat die al behoorlijk vol. De jonge vrouw van de camping ziet onze blik en zegt dat er nu geen meer bij kunnen. De camping wordt afgesloten voor nieuwe gasten. De laatste die op de camping rijdt is een hele grote Carthago, gehuurd door Duitsers. Hij plaatst zich bijna net voor onze neus. We wisselen al enkele blikken met onze Nederlandse overburen die boekdelen spreken. De man draait de luifel open, legt een grondzeil neer, haalt een chique tuintafel met dito stoelen uit de garage, legt er een tafellaken over, terwijl zijn vrouw met brood en toespijs uit de mastodont komt. En dan... begint het water te gieten ! De Nederlanders en wij gniffelen ! Ach, leedvermaak, een menselijke reactie. Een ding moeten we Heinrich toegeven, hij blijft zitten ! Urlaub ist Urlaub ! Dag 9 - Kobarid - Bovec Het heeft vrijwel de hele nacht geregend. Alhoewel we oorspronkelijk dachten hier twee dagen te blijven, besluiten we toch te vertrekken. Het weer zit niet mee en volgens onze weer-app zou het in Bovec, een slordige 30km verder, beter moeten zijn. Dat zijn nu eenmaal bergachtige streken. We brengen eerst nog een bezoekje aan het stadje Kobarid. Alhoewel Hemingway hier geruime tijd verbleef, op de Trg Svobode, nr. 12 (het centrale plein van de stad), hangt er niets dat aan dit verblijf herinnert. Het museum van Kobarid mogen we met Basiel niet binnen, dus kiezen we voor de klim naar de St. Antoniuskerk. Rondom de kerk bevindt zich een Italiaans knekelhuis, dat nog altijd in handen is van de Italiaanse staat. Het werd in 1938 plechtig geopend door Benito Mussolini en bevat de beenderen van 7014 Italiaanse soldaten die sneuvelden tijdens de Eerste Wereldoorlog. Hun namen staan gegraveerd in groene serpentijnen platen. Ondertussen begint het zonnetje zachtjes door de donkere wolken te piepen. Tegen dat we op de camping Polovnik in Bovec aankomen, rond het middaguur, is het al helemaal opgeklaard en kunnen we genieten van een stralend zonnetje en alweer een fantastisch uitzicht op de bergtoppen van het Triglav narodni park ! Als we de electriciteit gaan aankoppelen, raken we aan de praat met een Engels echtpaar. Hij herkent Baasje aan zijn t-shirt met "the best dad in the world" op. "You were also on the camping in Kobarid", zegt hij. Om kort te gaan, P. en B. worden ons gezelschap, later op het terras in het dorp en 's avonds bij een glas wijn onder de luifel van de camper. Als het klikt, klikt het ! Daar kan geen sterveling iets aan doen. Bovec is een heel mooi dorp, hier komen we zeker nog terug. Het blijkt een paradijs voor kajakkers en rafters te zijn. Nog nooit zoveel wetsuits op een hoop zien hangen als daar in de vele sportwinkels die het dorp rijk is. Volgens de reisgids is het dorp in de winter ook een geliefde wintersportplaats. We halen een wandelkaart in het toeristisch bureau en kiezen er eentje uit voor morgen : 8 km langs de oever van Soca ! Camping Polovnik ligt op een 5 à 10 minuten wandelen langs een mooi wandelpad van het dorp. Ook de Mercatorsupermarkt ligt op wandelafstand. In de lucht zien we tal van paragliders ! We kijken rond op de heuvels om te ontdekken van waaraf ze aanzetten. Baasje tuurt de omgeving en de hemel af met de verrekijker. "Verdorie", zegt hij, "Ze springen uit een vliegtuig." En inderdaad, we volgen een vliegtuigje en zien opeens zwarte stippen in de lucht, waarna de stippen veranderen in veelkleurige parachutes. We lezen in het dorp dat het iets minder dan 100€ is voor een kangoeroevlucht ! Dag 11 - Bovec De dag begint al zwaarbewolkt. De bergtoppen zijn gehuld in donkere wolken, dit voorspelt niet veel goeds. Vooraleer we boodschappen gaan doen, geven we de camper een grondige poetsbeurt. Het handstofzuigertje van Kärcher dat we onlangs met grote korting in de Carrefour hebben kunnen kopen, komt goed van pas. Ik ga even rond met een natte swiffer en zie, de camper ligt er weer netjes bij. We stappen naar de Mercator en ik koop kip voor vanavond met bakrijst die ik altijd mee heb van thuis en ook njogi, de Sloveense versie van de Italiaanse gnocchi, en een blauwe kaas, die de Sloveense versie van gorgonzola zou moeten zijn. Tenminste, als ik goed begrepen heb wat de dame van de kaas me vriendelijk probeerde uit te leggen. We zijn nog maar net weer op de camping en het begint zachtjes te regenen. Het zal niet ophouden met regenen tot morgenvroeg. Van de geplande wandeling zal niets in huis komen, vrezen we. Het is een teken aan de muur. We moeten hier nog terugkomen. We houden een superlange siësta en lezen verder. Het nasi goreng-achtige kipgerecht 's avonds laat zich smaken en we gaan dan ook met de kippen op stok. Morgen begint onze terugtocht naar huis. We hebben besloten om via de Italiaanse dolomieten te rijden, zo Oostenrijk en dan Duitsland binnen. Maar eerst moeten we nog de tamelijk gevaarlijke Vrsic-pas (1611 m hoog, met zomaar eventjes 50 genummerde haarspeldbochten) over. We vonden hem op dangerousroads.org, dus dat voorspelt niet veel goeds. Dag 12 - Bovec - Toblach/Dobbiaco Bij mijn ochtendtripje naar het sanitaire blok, ga ik even dag zeggen tegen P. en B. Zij hebben gisteren wel een wandeling gemaakt en zijn als twee verzopen waterratten teruggekomen. Dan probeerden ze nog binnen te geraken in het restaurant tegen de camping, maar dat zat bomvol, maar niet getreurd, ze hadden nog een "can of sardines", die ze dan maar verorberd hebben. Jammer, vond ik, ik had meer dan genoeg "chicken and rice" voor vier. P. zegt dat hij de Predill-pas gaat nemen. Met dat slechte weer durft hij zich niet goed op de Vrsic te wagen en daarbij, de Predill is een goede 400 m lager. Maar de Predill staat ook op dangerous-roads.org. Baasje is er met het Googlemapsmannetje doorgegaan een paar dagen voor ons vertrek en hij vond het maar smalletjes. Als we gaan betalen, vragen we de campingeigenaar om raad. "They are both very dangerous passes", zegt hij. Dat is een hele grote hulp ! En als hij er nog "with this kind of weather" aan toevoegt, is het hek helemaal van de dam. We besluiten de Engelsen te volgen en ook de Predill te nemen. Zij vertrekken een halfuurtje voor ons, wij moeten nog lozen en een toertje doen met Basiel. Ze beloven ons op te wachten aan de andere kant in Italië. Met een klein hartje begint we aan de pas. Telkens we een bocht omgaan, denken we : nu komt het ! De weg is smal en steil (15%), dat wel, maar nergens is het halsbrekend. Onderweg zien we nog het fort van Bovec. We durven niet goed te stoppen omdat we niet weten wat er ons nog te wachten staat. In de verte zien we felblauwe lucht, daar moeten we zeker naartoe, bergpas of geen bergpas. Aan de andere kant, staan op de eerste parking beneden de pas P. en B. ons op te wachten. We draaien onze vensters naar beneden en zeggen in koor "a piece of cake! " We tonen in de ACSI gids, zij hebben de Engelse versie, waar we naar toe gaan. Zij moeten over Oostenrijk rijden, zeggen ze, want in Italië moet je een reflecterend plakkaat aan je fietsen hangen hebben achterop een camper, en dat hebben ze niet. Daarom willen ze zo snel mogelijk richting Oostenrijk om geen boete te riskeren. Jammer, vinden we. We wisselen email-adressen uit en beloven contact te houden. Even verder rijden we Tarvisio binnen. We zien een bord naar een Spar-supermarkt. Ik stap binnen en mijn gemoed schiet vol. De pommodores, pasta's, prosciutto's, formaggio's en vino's lijken wel allemaal mijn naam te roepen. Ik ben ontroerd door zoveel schoonheid. Diegenen die dit lezen en mij ook persoonlijk kennen, tover ik nu waarschijnlijk een lach op hun gezicht. Mijn passie voor koken en lekker eten grenst inderdaad aan het absurde. Ik hou een plastic zak pastadeeg in mijn handen en moet bijna huilen. Dit kan ik niet meenemen. Met pijn in het hart moet ik het terugleggen. Mijn handen beven als ik een blok grana trentino kies, afgesneden van een enorme grote blok kaas. Maar ik ga helemaal uit mijn dak als ik de befaamde luganegaworstjes zie. Luganegaworst is waarschijnlijk de oudste worst die er bestaat. De Romeinse legioensoldaten hadden ze al mee op hun veroveringstochten door de rest van Europa. De samenstelling verschilt van streek tot streek maar de basis is altijd varkensvlees met een andere soort. Soms kan het zelfs een beetje wild zijn. Ze zijn verkrijgbaar in een verse versie, een halfgerookte en een volledig gerookte. Ik ga voor de verse. Ze zijn nog een weekje houdbaar. Dat wordt een pastaschotel in de Omniapan één dezer. Ik breng ook nog een flesje Prosecco mee, ik heb zo'n voorgevoel. Nog natrillend van al dat lekkers rijden we Italië uit en Oostenrijk binnen. We moeten een aantal kilometer door dit land rijden om dan weer de Italiaanse Dolomieten in te rijden. Het weer klaart langzaam maar zeker op. Het is echter wel niet warm, slechts een 16-tal graden. Zijn we niet echt meer gewoon ! Ineens zien we op een parking langs de kant van de weg P. en B. staan. P. is druk bezig, jawel, een reflecterend plakkaat op de fietsen aan het vastmaken. We toeteren en zwaaien. En we schieten in de lach ! Dat wordt weer een gezellige avond. Gelukkig staat de Prosecco al fris. Rond halfdrie komen we aan in Toblach/Dobbiaco. We zijn hier in Süd-Tirol. Alles is tweetalig Duits/Italiaans. We zetten koers naar de Toblacher See/Lago di Dobbiaco ! De camping met dezelfde naam is ronduit prachtig. Ruime plaatsen op terrassen. Maar het sanitair slaat alles : het is een woonhuis dat vanbinnen volledig is omgebouwd tot een sanitaire blok. Beneden zijn er toiletten, afwasruimtes, was- en droogruimte met drie wasmachines en evenveel droogkasten. Op het eerste verdiep zijn de douches en nog meer toiletten. Er zijn gezinsbadkamers en kinderbadkamers met babybadjes, kleurige douchegordijntjes, leuke lampjes en tekeningen op de muur. Dat heb ik nog nooit gezien. En alles is toegankelijk met een badge die we bij onze registratie gekregen hebben. We doen een korte wandeling naar het meer. Het is hier wondermooi. We gaan daarna op het terras een wijntje drinken. We zitten nog maar net of we zien een bekende camper de camping oprijden. P. en B. vragen een plaatsje naast ons en ze krijgen het ook. Eerst troon ik haar mee naar de sanitaire blok. Ook B. gaat uit haar dak. Vrouwen ! We zijn toch allemaal hetzelfde. 's Avonds gaan we eten in de plaatselijke pizzeria, maar niet vooraleer we de fles Prosecco in onze camper hebben gekraakt. Het wordt een zeer gezellige avond ! Eentje om te onthouden. Dag 13 - Toblach Ik ga voor het ontbijt broodjes halen in het campingwinkeltje. Ze zijn lekker knapperig en vers. P. en B. moeten vandaag vertrekken, jammer genoeg. Ze checken eerst uit en gaan de camper op de parking zetten. Met ons vieren wandelen we het meer rond. Misschien hebben jullie ondertussen al begrepen dat B. diegene is die "Farewell to arms" gelezen heeft. Ook zij heeft, net als ik, een taalknobbelgevoel, en onderweg proberen we de Duitstalige infoborden te vergelijken met de Italiaanse en zo een beetje Italiaans op te pikken. Leuk iemand te ontmoeten voor wie taal heel belangrijk is, en die zich ook bij elk woord afvraagt, waar de oorsprong ligt van een woord. We lachen als ik zeg dat een dikkopje, letterlijk vertaald in het Engels een "little thickhead" is, terwijl het Engelse woord eigenlijk "tadpole" is. We maken plannen om contact te houden en elkaar zeker terug te zien. Een belofte die we, eventjes later, bij het afscheid nog eens benadrukken. Na de lunch doen we de wandeling naar de smeltoven en daarna naar het soldatenkerkhof uit de Eerste Wereldoorlog. We hebben zo'n 8 km in benen. We lopen de hele tijd langs het wilde stroompje dat vanuit de Toblacher See komt en Basiel neemt nu en dan een frisse duik. Op de terugweg zien we enkele enorme mierenhopen midden in het bos. Wat een bedrijvigheid ! Het is mooi weertje, net goed, niet te warm en niet te koud. Rond zes uur begint het zonnetje langzaam achter de hoge bergtoppen te zakken en het wordt gevoelig frisser. De aperitief lukt nog net buiten met een fleeceke aan, maar het avondeten doen we binnen. Ik had van de Spar ook "gnocchi alla spinaci con ricotta" meegebracht. De Sloveens njogi liggen nog in de ijskast. Het is nogal een groot pak en ook onze jongste zoon, die nog thuis is, lust dat wel. Die zijn dus voor thuis. De Italiaanse gnocchi zijn ronduit zalig. Dag 14 We zijn weer vroeg wakker. Ik ga broodjes halen en reken meteen ook af. Ik maak een opmerking bij de uitbater over de wel gladde vloeren in de doucheruimtes. Hij is er zich van bewust, maar als ze matjes leggen, worden die toch "geklaut" (gepikt) ! Hij heeft een punt. Vanuit Toblach kiezen we richting Brennerpas. De GPS is weer van dienst. We zien hoog de Brennerautobahn, waar het zelfs nu in deze maand file is. Geef ons dan maar de Brennerpas, gratis, je staat niet in de file en je wordt vergast op het ene mooie uitzicht na het andere. Net voor we de pas opgaan zien we weer een Spar. Het wordt me teveel en ik ga weer genieten. Ik breng een stuk Prosciutto di Speck, ook wel gekend als Tiroler speck, mee. Ook verse lasagne en nog enkele flesjes wijn gaan mee het karretje in. Dat is voor, als we thuis zijn, nog een beetje na te genieten. Algauw rijden we Oostenrijk, richting Innsbruck. De GPS leidt ons feilloos door de stad, langs de stadsring. Ik wist niet dat dit zo'n grote stad was. Onderweg naar Duitsland zien we hoge bergtoppen met nog veel sneeuw en talloze prachtige kastelen. Niet lang daarna zijn we weer in Duitsland en we hebben ons vignet niet eens nodig gehad. Goede les voor volgende keer ! We kiezen voor de ACSI camping in Innenstadt. Volgens de gids een perfecte camping met mooie plaatsen en veel animatie. Als we er aankomen, schrikken we toch wel een beetje. Dit is geen camping, dit is een parking. De ene caravan/camper naast de andere, met moeite plaats om te zitten. Neen, hoor ! Weg hier ! Ik kijk in de gids en 17 km verder is er een ACSI camping in Isny die "gezelligheid" zou moeten uitstralen volgens de gids. Inderdaad, de camping ligt wel een eindje buiten het stadje. Maar de rest van de dag willen we toch zalig nietsdoen en... kokerellen, want ik ga mijn luganegaworstjes klaarmaken in mijn Omniapan. Ik kan bijna niet wachten om eraan te beginnen. Het resultaat is perfect, een Italiaans restaurant waardig. De Omniapan doet wat ze belooft. Hier ga ik nog lekkere dingen in maken. Dag 15 - Isny - Steinach im Schwarzwald We zijn weer vroeg uit de veren en gaan vlug afrekenen, want we willen het historische stadsgedeelte bezoeken. Een parkeerplaatsje vinden we aan het kerkhof en via een nieuwbouwwijk wandelen we binnen de paar minuten het oude stadsdeel in. Isny is een mooi, gezellig stadje met winkelwandelstraten, gezellige terrasje, oude vakwerkhuizen en oude stadsomwallingen. Als ik aan de kant het stadsplan sta te bekijken, schiet er mij onmiddellijk een vriendelijke Duitser ter hulp -die Deutsche gemütlichkeit - en toont mij waar er overal bezienswaardigheden zijn. Ik vind in een boekhandel een Michelinkaartenboek van Duitsland. Die had ik nog niet. Ook gaan we nog bij de Metzger en de Bäcker langs want ons ijskastje is bijna leeg en ik heb nog niets voor de lunch straks. We leren het ook nooit ! Ik zag ons aan de oevers van de Bodensee picknicken, maar niets is minder waar ! Wat een drukte en gewoon al naar de oever rijden is vrijwel onmogelijk : overal betaalparkingen en campings die overvol staan. En we zijn nog maar juni ! We slaan een wegje in richting Salem. Ik zoek even op of er een verband is met het Amerikaanse Salem, maar neen, hier geen heksenvervolging. Algauw rijden we door een glooiend, prachtig groen landschap. Even verder slaan we een bosweg in en ja, hier gaan we rustig lunchen. We rijden via Friedrichhafen van de Bodensee weg. Je kan hier moeilijk naast de trekpleister van de stad kijken. De Zeppelins ! Graaf Ferdinand von Zeppelin werd geboren aan de Bodensee en de Zeppelinluchtschepen werden in Friedrichshafen vervaardigd. Je ziet in de lucht verschillende van deze luchtschepen en ook de restaurants en campings verwijzen naar dit fenomeen. We rijden langzaam het Schwarzwald binnen. Ik was hier met mijn ouders toen ik zo'n 15 jaar was. Even een stukje Wikipedia : Het is het grootste middelgebergte in Duitsland. Geologisch is het verwant aan de Vogezen, die aan de Franse kant van de Rijn liggen. De hoogste top van het Zwarte Woud is de Feldberg met een hoogte van 1493 meter boven NAP. Het Zwarte Woud is het grootste bosgebied in Duitsland en bestaat hoofdzakelijk uit dennen- en sparrenbomen. Tegenwoordig is het Zwarte Woud een van de populairste toeristenbestemmingen in Duitsland. Een klein deeltje in het noorden wordt beschermd als Nationaal Park Schwarzwald. De Romeinen noemden het dichtbeboste gebergte met zijn kenmerkende donkere naaldbomen Silva Nigra - "het Zwarte of Donkere Woud of ondoordringbare woud", dat voor hen onheilspellend en bijna ondoordringbaar was. Het Duitse woord Schwarzwald werd voor de eerste keer in een document van het Zwitserse klooster St. Gallen uit het jaar 868 gebruikt. Een bekende autoroute is de Schwarzwald-Hochstraße, B 500 en de Uhrenstraße. Het Zwarte Woud is wereldwijd bekend om de sprookjes van de gebroeders Grimm. Ik vind het een prachtig woud, als... het mooi weer is. Als het regent en miezert begrijp je waarvan het Zwarte komt in de benaming. Maar wij hebben geluk ! Het zonnetje schijnt volop en we rijden vol bewondering door de talloze wouden en heuvels. Ons doel is de waterval van Triberg. Er is een camperplaats, gratis, eerder een uitzondering in Duitsland. Wat te verwachten was, het is ondertussen al tegen vijf uur, de camperplaats staat bomvol. We rijden verder en belanden in het Kinzigtal, in het dorpje Steinach. De eerder kleine camping ziet er gezellig uit, we moeten niet nadenken. Een vriendelijke oerhollandse jongeman wijst ons een plaats en schakelt onze electriciteit in. We besluiten hier twee dagen te blijven... De vakantie is ten einde, maar plannen voor een volgende trip, die maken we al volop ! |
|